Gents adresje: Joksie

Gentse spring in ’t veld Joksie had zelf nog geen gaatjes in haar oren toen ze besloot juwelen te maken. Van knutselen was ze altijd al een fan, van recyclage nog meer. Haar collectie begon ze door oorbellen en kettingen van een hele doos vol spullen te maken die ze bij haar verhuis toegestopt kreeg. Lees verder

Zuidcafé ‘Fast Fashion? Fair Fashion!’

1138. Zo veel mensenlevens heeft het gekost voordat de uitbuiting in de textielsector de internationale aandacht kreeg die nodig was om een ware moderevolutie te ontketenen. Zo lijkt het alleszins. Waar pioniersmerken al 25 jaar de weg plaveien naar meer eerlijke mode in onze winkelrekken, zijn er dus honderden doden nodig geweest eer veel consumenten doorhadden dat wat zij in hun kast hebben hangen, misschien wel tot de dood had geleid – of op zijn minst had kunnen leiden – van een ander. Lees verder

“VRAAG KLEDINGKETENS WAAR HUN GOEDKOPE KLEDING VANDAAN KOMT”

Ik beken, mijn winterjas komt uit de Primark. Weinig mis mee, zolang we ons blijven vragen stellen bij waar onze kledij nu vandaan komt en of het toch niet anders kan. Wie iedereen die af en toe in de Veldstraat gaat shoppen voor gek verklaart, ziet ze zelf vliegen. Het gaat om een mentaliteitswijziging: als je kleren nodig hebt en je hebt geen budget voor fair trade, kan dat, zolang je je blijft afvragen waarom dat nu zo goedkoop is. Op die manier kan er meer vraag – en uiteindelijk dus meer aanbod – ontstaan naar steeds meer betaalbare fair fashion, en moet die afweging in een verre, utopische wereld niet meer gemaakt worden.

Sarah Vandoorne verloor haar hart aan Bangladesh. Ze zag met eigen ogen hoe arbeiders voor een hongerloon onze goedkope kleding maken. “Als er een moment is geweest om een eerlijk alternatief te eisen, dan is het nu.” Lees verder

Shopaholics, ontketen je koopgedrag

screen-shot-2016-12-07-at-21-50-14

Jonge Denkers OPINIE – Want wat is ontketening en waar komt mijn passie vandaan?

Op veldwerkreis in Bangladesh heb ik nooit een fabriekspand van binnenuit gezien. “Dan zou je toch maar een promopraatje voorgeschoteld krijgen”, werd mij verteld.

In plaats daarvan bezochten wij moedige gemeenschappen, pseudogevaarlijke jungles en restaurantjes waar de elektriciteit om de haverklap uitviel en de curry íéts te pikant was. Wat een avontuur. Jammer, dus, dat hier bij ons dat land automatisch gelinkt wordt aan fabrieksrampen en al even rampzalige arbeidsomstandigheden. Al mogen we, wanneer we rondslenteren in de Veld- of Nieuwstraat, daar toch wat meer bij stilstaan.

Steden als Gent gaan er prat op dat ondernemers steeds meer moeite doen om ethische alternatieven aan te bieden. Fair trade winkels anno 2015 voorzien niet enkel mooie, maar ook betaalbare kledij — of toch betaalbaar in de mate van het mogelijke. Aan de prijzen van Primark en andere low-budgetketens kunnen kleine merken die een eigen atelier runnen natuurlijk niet tippen. Het grootste probleem met massaconfectie is echter heus niet de prijs — Hugo Boss en co. scoren veel slechter dan bovenvermelde favoriete zondebok van media en middenveldorganisaties — maar het model van consumeren waar zij voor staan. Shopaholics die per seizoen kilo’s kleren inslaan waar ze geen blijf mee weten, hebben duidelijk geen kaas gegeten van duurzaam koopgedrag — en allicht weten ze ’s ochtends voor de spiegel nog steeds niet wat aantrekken.

Fast fashion voorbijstreven gaat pas wanneer je enkel stuks koopt waar je van houdt — kalverliefde telt hoegenaamd niet — en die je bij voorkeur echt nodig hebt ook. Aan jou de keuze of die kledij dan goedkoop of duur moet zijn; design, tweedehands, allebei of iets daartussen. En fair trade, als het even kan. Wie bewust kiest voor dat laatste, draagt bij tot een eerlijke keten.

De keten die textiel moet doorlopen, van katoenpluisje tot soldenprijsje, zit niet eenvoudig in elkaar. Om kledij te produceren is veel energie, water en handenarbeid nodig. De grondstoffen, vaak katoen, worden veelal niet op een ecologisch verantwoorde manier geteeld en de boeren houden er amper een inkomen aan over. Voor de verwerking worden die grondstoffen verscheept naar elders in het Zuiden, wat een race to the bottom in de hand werkt: de industrie die de laagste prijzen kan garanderen op vlak van belastingen en loonkosten, maakt het meeste kans om een grote bestelling binnen te halen. Onze kledij wordt dus op de kap van arbeiders in lageloonlanden gemaakt, die vaak zonder pauze tien tot veertien uur per dag uitputtend werk verrichten, zonder daar een enigszins correct salaris voor te krijgen. Grote merken doen alsof hun neus bloedt. Zij werken met onderaannemers, staan niet rechtstreeks in contact met de textielarbeiders en ontlopen zo hun verantwoordelijkheid. Door steeds meer wegwerpkledij te kopen, werken ook wij, de consumenten, dat proces in de hand. Maar ontketenen draait niet enkel om verantwoordelijkheidszin. Om je eigen koopgedrag in vraag te stellen, moet je lef hebben. Lef om zulke vragen te blijven opwerpen.

https://medium.com/jonge-denkers/shopaholics-ontketen-je-koopgedrag-5f7c5dbfad5f#.rw5g0djkh

© Jonge Denkers

Met dank aan Fernand Van Damme

Green Boomers #1 EDITORIAL

screen-shot-2016-12-07-at-21-15-23

Green Boomers is een spiksplinternieuw magazine, voor en door jongeren, met de steun van 11.11.11. Na de babyboomers staat nu een andere generatie voor de deur, een generatie die om de oren geslagen wordt met termen als klimaatverandering, duurzaamheid en doemscenario’s, maar niet zeker weet hoe daarmee om te gaan. Het zou nochtans ons goed recht zijn. Hoewel we nog een beetje groen achter onze oren zijn, zijn onze dromen niet voor groentjes: het gaat tenslotte om onze toekomst.

De eerste editie van het magazine Green Boomers, waarvoor ik (als vrijwilliger) de hoofdredactie op mij nam, is terug te vinden via https://issuu.com/greenboomers/docs/greenboomers_mei2015.

© 11.11.11