Welkom in de hel. Dat schrijft Bel Jacobs, schrijver en activist van Boycott Fashion, onderdeel van Extinction Rebellion. Een hel die we zelf gecreëerd hebben, vol misbruik en milieuvervuiling. ‘Nu is het aan ons om dat te erkennen en daaruit te klimmen, op elke mogelijke manier.’
Rebelser en radicaler dan alle andere milieuorganisaties en anti-fast fashion groeperingen. Dat moet Extinction Rebellion wel zijn. Met XR Boycott Fashion roept het op om alle vervuilende merken links te laten liggen, voor altijd, voor onze planeet het begeeft.
Knack Weekend-collega Lotte Philipsen interviewde Sara Jacobs van Extinction Rebellion vorig jaar tijdens London Fashion Week. Philipsen getuigde over dat gesprek tijdens het Festival van de Gelijkheid. ‘Jij bent nog optimistisch’, reageerde de activist op haar vragen destijds.
Is er dan niks om optimistisch over te zijn? Ik leg Bel Jacobs, een van de activisten en zelf ook journalist, enkele hoopvolle scenario’s voor. Alvast deze spoiler: ‘I’m sorry this is all so grim’, voegt ze op het einde van haar mail toe. Komt-ie.
Luxemerken, designers als Dries Van Noten, moderaden die Londen en New York Fashion Week organiseren … allen willen ze vanaf nu maximaal twee collecties per jaar meer zien. Zal de mode – eindelijk – vertragen? En zal het fast fashion segment, dat net teert op versnelling en grote volumes, mee vertragen?
Bel Jacobs: ‘De mode zal vertragen. Ofwel door de keuze van de merken, ofwel door pure noodzaak. Beide opties zijn wat mij betreft angstaanjagend. Als merken ervoor kiezen om te vertragen, zullen ze die keuze te traag maken – met alle gevolgen voor de klimaaturgentie van dien. Als ze uit noodzaak vertragen, wil dat zeggen dat er opnieuw een ramp of pandemie zal of moet plaatsvinden vooraleer ze dat doen.’
‘Fast fashion blijft nog twintig jaar. Dat is angstaanjagend.’
Bel Jacobs
‘Ik sprak hierover met futurist Geraldine Wharry. Zij gelooft dat fast fashion nog twintig jaar de plak zal zwaaien. Dat zei ze heel serieus. Dit betekent dat het huidige model nog twintig jaar lang mens en milieu zal misbruiken, tot het helemaal niet meer haalbaar is – onder andere op vlak van nieuwe grondstoffen om nieuwe kleren van te maken. In de tussentijd zal het huidige systeem blijven slachtoffers maken.’
Zullen merken op lange termijn wel eindelijk hun prijzen aanpassen, als ze vertragen? En wat met de prijzen op korte termijn, nu veel merken en retailers geneigd zijn om kortingen te geven om overstock weg te werken? Overleven kleine (duurzame) winkels dat?
‘De prijs moet omhoog, al is het maar om aan te tonen hoeveel werk in een kledingstuk kruipt. Daarover zijn we het eens. De mondiale mode-industrie is 1,2 miljard dollar waard. Toch krijgen de kledingarbeiders, vaak jonge vrouwen die voor hun familie moeten zorgen, een schamel loon. Grote merken hebben hun imperium gebouwd op de kap van de armste mensen ter wereld. En kijk nu hoe zij hen behandelen tijdens deze crisis. Dit moet bekender geraken, zodat het niet langer kan worden geduld.’
‘Stel je voor dat andere factoren deel zullen uit maken van de kostprijs van een kledingstuk – de milieukost, de vervuiling, de grondstoffen, het waterverbruik en dierenleed, om er een aantal te noemen – dan kan die prijs eindelijk meer omhoog. De komende tijd zullen we inderdaad niks anders zien dan solden, solden, solden. Merken willen kledingstukken uitverkopen die niet langer “trendy” zijn – nog een concept dat dringend moet verdwijnen. Dat heeft helaas ook een impact op duurzame retailers, retailers die wel rekening houden met mensenrechten en milieu, die zo goed mogelijk proberen door te werken.’
Ik heb verschillende experts gevraagd naar hun best case scenario, hun utopie voor deze mode-industrie. Vaak klonk de nood voor sociale bescherming, ‘zoals bij ons’. Hoe kan dat ingevoerd worden? Wat is de rol van overheden hier en overheden in productielanden? En moeten overheden hier niet opletten dat ze, zoals in het verleden, geen concepten gaan opleggen of afdwingen in het globale zuiden?
‘In de modewereld wordt steeds meer een debat gevoerd over het structureel racisme – lees als: neokolonialisme – dat systemen van misbruik, zoals het misbruiken van kledingarbeiders aan zo’n schandalige lonen, binnen deze sector teweegbrengt. Sociale bescherming is de sleutel – arbeiders en hun familieleden moeten toegang hebben tot gezondheidszorg, zeker als ze de komende klimaatcrisissen willen overleven.’
‘Het debat over neokolonialisme in de mode-industrie komt steeds meer op gang.’
Bel Jacobs*
‘Maar wat is er daarvoor nodig? Mensen zijn de verantwoordelijkheid van hun eigen overheid. En als “wij” als “globale noorden” ons daarin moeien, landen gaan opleggen hoe ze hun mensen moeten beschermen, dan nemen we voor de zoveelste keer de macht van die landen af. Tegelijkertijd kunnen we niet zomaar mensen zien afzien.’
‘Onlangs interviewde ik Nandita Shivakumar van Asia Floor Wage Alliance. Zij zei me dat “wij” het aantal collecties moeten afbouwen. Dat “wij” moeten betalen, ons aan ons woord houden. En vooral: dat “wij” arbeiders helpen om voor zichzelf te zorgen, door enkel tussen te komen als ons dat gevraagd wordt.’
* Intussen is het debat over structureel racisme in de mode-industrie nog veel meer op gang gekomen. En terecht uiteraard. Daarover binnenkort meer. Lees intussen mijn bespreking van Tansy Hoskins' Stitched Up: zij sprak zich al in 2014 uit over alle manieren waarop mode ongelijkheid in de hand werkt.
Veel merken hebben zelf ook zware klappen gekregen en kondigen faillissementen of ontslagrondes aan. Maar sommige helemaal niet. Hoe kan het dat een aantal merken en platformen – denk aan Amazon, maar ook aan kledingmerken zoals ASOS, dat pas onlangs onder druk beloofde om alsnog zijn geannuleerde orders uit te betalen – winst maken in deze omstandigheden?
‘In deze pandemie zijn er geen winnaars. E-commerce is geëxplodeerd. In april heeft superfast fashion merk Boohoo maar liefst 54 procent meer winst gemaakt dan voorheen. Nu kijkt het merken of het mogelijk is om andere Britse high street brands die wél in moeilijkheden zitten over te nemen. Waar gaat dit heen?’
‘Ik heb wel nog hoop: dat gewone mensen wakker zijn geworden en al het misbruik in deze keten vanaf nu erkennen. En dat die kennis politiek wordt, in welke vorm dan ook: of mensen er nu voor kiezen om op straat te komen, de overheid aan te spreken, merken ter verantwoording te roepen, zelf hun levensstijl aan te passen, nog meer kennis op te doen of een combinatie van dit alles.’
Er zijn geen winnaars, maar zijn er wel verliezers? Hoe overleven arbeiders deze crisis?
‘Arbeiders zijn hoe dan ook de dupe, de verliezers. Lees hun verhalen. Hun situatie is schrijnend. Hoe ze achtergelaten zijn door merken … Dat is niet menselijk. Dat is vreselijk. Nog te weinig mensen nemen het op voor families die migreren om een job te vinden, zoals in India en Bangladesh. Ze zijn een “zwevende” groep arbeiders, ver weg van huis, waar ze vaak geen aanspraak kunnen maken op voldoende voedsel of gezondheidszorg. Soms worden ze zelfs als paria’s gezien door de mensen rondom hen.’
‘I’m sorry this is all so grim. Het spijt me dat dit zo’n intriest verhaal is. But we are in a hell of our own making. Dus ligt de hoop in het feit dat we dat eindelijk zouden erkennen – voor onze aarde en voor onze kinderen. Dat geeft me de kracht om zelf verder te protesteren en mijn kinderen te proberen beschermen – ze zijn nog nooit zo bedreigd geweest. Ik vind troost in een citaat van Canadese astrofysicus Hubert Reeves en wil dit nog graag met je delen: “Man is the most insane species. He worships an invisible God and destroys a visible Nature. Unaware that this Nature he’s destroying is this God he’s worshipping.”’
Deze blog maakt deel uit van een dossier over de impact van COVID-19 op de volledige textielketen. Lees ook mijn stukken voor MO*, Knack Weekend en One World.