Dat ene duwtje. Dat ene sprankeltje hoop. (Jasmien Wynants)

Wat is jullie best case, worst case en realistisch scenario voor de impact van COVID-19 op de toekomst van textiel? Die vragen stelde ik mijn halve adresboek. Jasmien Wynants, duurzaamheidsexpert bij Flanders DC, en Stefanie Vereecken, eigenaar van duurzame kledingwinkel Harvest Club, antwoordden in een column. Vandaag: Jasmien blikt hoopvol vooruit.

Woorden. Ze zijn snel neergepend en nog sneller gezegd. Soms hechten we er te weinig belang aan; ik meestal te veel. Als je mij vraagt naar de huidige crisis, wat ik daarover denk en hoe ik denk dat de toekomst eruit zal zien, ben ik bang om mijn gedachten uit te spreken. Heel eerlijk: ze zwart op wit op papier zetten, beangstigt mij.

Toen je me vroeg om ‘kort te antwoorden op deze drie vragen voor je reeks’ – wat voor mij een best case, worst case en meest realistische scenario is voor de mode-industrie na corona – had je ongetwijfeld geen idee welke oorlog je in mijn hoofd ontketende. Uiteraard sta ik, net zoals iedereen, stil bij deze bevreemdende situatie en reflecteer ik over de toekomst. Maar mijn ideeën in een simpele ‘vraag- en antwoord-formule’ neerschrijven is wat anders dan er tijdens het dagelijkse aperitiefmomentje over te mijmeren met manlief. Want laat ons eerlijk zijn: niemand weet wat de toekomst zal brengen.

‘Laat ons eerlijk zijn: niemand weet wat de toekomst zal brengen.’

Jasmien Wynants

Woorden. Ze spelen een belangrijke rol in deze crisis. We gebruiken ze om elkaar te troosten vanop afstand of te feliciteren op papier. Ik luisterde vol verbazing naar de nieuwe woorden die ontstonden; stuk voor stuk fantastisch mooi en aartslelijk tegelijk in hun gelaagdheid. ‘Huidhonger’, ‘whatsapperitief’, ‘balconversatie’, ‘toogviroloog’. Ze illustreren wat we willen en niet kunnen, wat we creatief overbruggen en hoe we snakken naar de waarheden en zekerheden die we hiervoor dachten te hebben. 

Woorden. Diegene die je het meest gebruikt of die voor jou het belangrijkst zijn, hangen af van waar je geboren bent, hoe (en of) je geld verdient, wie je ouders zijn, of je zelf een ouder bent en of je gezondheid het toelaat ergens anders over wakker te liggen.

Klagen heb ik nog niet veel gedaan de voorbije weken. Daar is een eenvoudige reden voor. De woorden ‘armoede’, ‘ziekte’, ‘angst’, ‘onzekerheid’, ‘kou’, ‘honger’ of ‘overleven’, overheersen mijn dagelijkse leven niet. 

De woorden die hier wél overheersen zijn ‘onthaasten’ en ‘reflectie’. Deze woorden komen vaak boven in mijn ‘bubbel’ — in conversaties met collega’s, vrienden en familie, of in de artikels, webinars en podcasts die dagelijks op mij afkomen. En als ik dan toch tracht een antwoord te formuleren op je vraag ‘Hoe ik hoop dat de mode-industrie kan veranderen na Corona?’, dan hoop ik dat deze twee woorden daar de basis voor vormen. 

We weten al langer dat het modesysteem voor grote uitdagingen staat. Dat was ook al voor Corona zo. Het tempo waarop de industrie moet draaien is onhoudbaar; niet ‘duurzaam’ op lange termijn. We zagen al veel eerder dat er steeds grotere en nefaste uitdagingen boven komen drijven doorheen de hele keten. Steeds meer ontwerpers ondergaan creatieve crises door de constante druk van de alsmaar korter wordende seizoenen. Het systeem van massaproductie (en -consumptie) put onze grondstoffen uit en tast zo ook genadeloos de grenzen van onze planeet af. We weten daarnaast al veel langer dat ditzelfde systeem zijn tol eist in de producerende landen, waar textielarbeiders onderbetaald en in onmenselijke omstandigheden de kleding vervaardigen die wij (vaak zonder erbij stil te staan) tot vod degraderen wanneer er een nieuwe kleur of print ‘in de mode’ is. 

Het is erg pijnlijk te zien dat heel wat modebedrijven nu in een extreem moeilijke positie terecht zijn gekomen en er dreigen heel wat faillissementen. Ik wil daar niet licht over gaan: mijn hart bloedt als ik denk aan de mensen achter de merken die hart en ziel in hun eigen zaak hebben gestoken. Maar ik koester de hoop dat de ‘shit’ die nu op ons afkomt, de mest kan zijn om eindelijk verder te groeien richting een beter modesysteem. Ontwerpers en bedrijven riepen eerder al op om dit moment aan te grijpen om de modekalender te herzien en het systeem op een andere manier terug te laten opstarten. Met meer onthaasting. Met misschien wat minder, en wat trager, maar wel wat beter en met de ruimte om te ademen. Met de ruimte om creaties op de markt te brengen die grenzen van de planeet en de mensen erop respecteren. 

‘Ik koester de hoop dat de “shit” die nu op ons afkomt, de mest kan zijn om eindelijk verder te groeien richting een beter modesysteem.’

Jasmien Wynants

In het best case scenario is Corona nu dus de katalysator die nodig was om de industrie te herdefiniëren. In het worst case scenario laten we die kans liggen en kiezen we om te blijven stilstaan en letterlijk verder achteruit te gaan. Als we er niet in slagen om nu écht werk te maken van een soort hergeboorte van het systeem, zullen de faillissementen van labels en producenten enkel ten goede komen van ‘the lucky few’ die hun aandeel weten in te palmen. 

Ik probeer al enkele jaren met een soort ‘outsider’-blik naar de mode-industrie te kijken en wist me te omringen met experten uit het veld, professoren, academici, ondernemers, journalisten, opinie- en beleidsmakers. Ik heb veel van hen geleerd (uiteraard nog lang niet genoeg, maar dat zal het nooit zijn). Men zegt ‘kennis geeft macht’. Ik leerde vooral ook dat ‘kennis soms chaos en wanhoop creëert’. Ik merk dat elke dag wanneer ik spreek met knappe koppen die er soms radeloos bij hangen. Koppen die de problemen kennen, de oplossingen zien en daarbij ook alle obstakels. Obstakels die aanvoelen als één groot, complex verweven web. En al die journalisten, beleidsmakers, experten, consumenten en producenten moeten exact op hetzelfde moment een exact even grote stap in exact dezelfde richting zetten om het web niet te doen breken. Obstakels die gevoed worden door politieke overtuigingen, ideologische achtergronden, praktische bezwaren en economisch/maatschappelijke vastgeroeste systemen. Obstakels die zo groot zijn dat ze mij (en velen met mij) de hoop meermaals hebben doen verliezen. De eeuwige realist-pessimist in mij roept nu luidkeels: ‘wees niet zo naïef, zodra we hier uit geraken, zal alles draaien om het aanzwengelen van de economie en het stimuleren van consumptie, koste wat het kost’.

En toch … Toch geeft het lelijke beest Corona mij in haar dualiteit ook dat klein sprankeltje hoop. Misschien kan een crisis als deze dat ene duwtje geven, en misschien zetten we nu wel exact op hetzelfde moment een exact even grote stap in exact dezelfde richting.

Foto bovenaan: Karlijne Geudens

Deze blog maakt deel uit van een dossier over de impact van COVID-19 op de volledige textielketen. Lees mijn stukken voor MO*Knack Weekend en One World. Lees ook andere best case scenario’smogelijke worst case scenario’s en eerder realistische scenario’s.

Een gedachte over “Dat ene duwtje. Dat ene sprankeltje hoop. (Jasmien Wynants)

  1. Erica Gevaert schreef:

    Als je jezelf echt duurzaam wilt kleden, moet je aantrekken wat je al in de kast hebt hangen. De wereld gooid voor ruim vierhonderd miljard aan kleding weg..belangrijkste oorzaak= fast fashion. Recyclen is niet altijd mogelijk..maar er zijn mogelijkheden.

Laat een antwoord achter aan Erica Gevaert Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *