Wat is de impact van COVID-19 op de toekomst van textiel? Die vraag stelde ik mijn halve adresboek. In deel drie wil ik weten wat ze denken dat er écht zal gebeuren. Dit is volgens hen een realistisch toekomstbeeld.
Tatiana De Wée (coördinator Fashion Revolution): ‘Now is the time. Maar de vraagt blijft: wat gebeurt er op sociaal gebied?’
‘Of de mode-industrie zal veranderen? Veel gaat hier op Europees gebied afhangen van hoe en in welke mate onder andere de Green Deal geïmplementeerd gaat worden. Gaat de rol nog groot genoeg zijn in het recovery plan van de EU? En gaat dan dus ingezet worden op meer circulaire textielprocessen en zo dus ook mode? Als er genoeg druk blijft zijn, zie ik wel een vooruitgang op ecologisch gebied, dat is een trend die zich nu al sowieso aan het nestelen is.’
‘Maar de vraagt blijft: wat gebeurt er op sociaal gebied? Overheden drukken steeds meer op het ecologisch duurzame, maar het sociale aspect van duurzaamheid lijkt nog altijd een ver-van-mijn-bedshow. Als grotere merken dan ook uitpakken met duurzaamheid, gaat het vaak ook enkel over het ecologische aspect, milieuvriendelijke(re) stoffen die ze gebruiken zoals biologisch katoen of gerecycleerde materialen. Over het sociale luik maak ik mij daarom ook het meeste zorgen, de stem van kledingarbeiders wordt nog altijd véél te weinig gehoord, daar moeten we echt nog iets forceren en ik hoop niet dat we hiervoor moeten wachten op een tweede Rana Plaza.’
‘Hoe het ook zij: now is the time, héél veel nieuw beleid hangt af van lobbygroepen en gelukkig kunnen wij onze kans daarin ook grijpen, maar dan moeten we luid genoeg zijn. Bij deze dus een kleine oproep!’
Marlese von Broembsen (Law programme director, Women in Informal Employment: Globalizing and Organizing (WIEGO)): ‘Lonen blijven laag, thuiswerkers worden ingeschakeld’
‘Sommige leveranciers zullen deze crisis niet overleven. Anderen zullen opereren op dezelfde manier als voor COVID-19. Overheden van productielanden zoals Bangladesh blijven merken en retailers aantrekken door aantrekkelijke voorwaarden, zoals belastingvrije exportzones, te creëren. Hun buitenlands inkomen en economie hangt namelijk af van die merken. Leveranciers zullen blijven met elkaar concurreren, in eigen land en in het buitenland. Uiteindelijk zullen ze opnieuw contracten onder de werkelijke kostprijs aannemen. Dat wil zeggen dat kledingarbeiders overuren zullen draaien en een deel van het werk via onderaannemingen bij thuiswerkers terechtkomt, voor een loon dat ver onder het minimumloon ligt.’
An Boone (duurzaam ontwerper, Mr. Manchette): ‘Minder collecties, maar meer kortingen’
‘Ik verwacht dat er minder collecties per jaar zullen komen en dat er ook minder grote hoeveelheden zullen geproduceerd worden. Dat op zich zal al een enorme positieve impact hebben.’
‘Ik had gehoopt dat het verleggen van de solden ook zou bijdragen aan die omwenteling, maar jammer genoeg zie je nu dat het totaal geen verschil zal maken. De grote jongens gooien nu met gigantische kortingen (het kan wat ze zitten buiten de sperperiode) waardoor het probleem gewoon verlegd wordt. Ik begrijp dat ergens wel, want ook zij hebben omzet nodig om te kunnen overleven. Maar zo mist de beslissing al zijn geoogde effect. Om echt effect te hebben, zou de sperperiode verlengd moeten worden naar juni en juli waardoor iedereen meer met dezelfde wapens strijdt en er minder kortingen tussen de soldenperiodes door zijn.’
Margreet Vrieling (adjunct-directeur, Fair Wear Foundation): ‘Leveranciers plukken alsnog de vruchten’
‘Ik verwacht wel echt dat er andersoortige relaties gaan ontstaan binnen de keten, want als fabrieken en merken meer als partners gaan samenwerken, kun je de gevolgen van zo’n crisis beter opvangen. Dat zie je al wel bij meer hoogtechnische producten zoals in de outdoor en workwear industrie. Die hebben echt fabrieken nodig die in staat zijn complexe producten te maken. Daar zie je ook meer langdurige relaties met leveranciers. Die hebben als het ware al voorgesorteerd op de duurzaamheidsgolf die nu moet komen. Het kan dat ze daar nu de vruchten van plukken.’
‘Ik hoop dat anderen zich ook aangesproken voelen om het anders te doen. De meesten van onze merken werken nauw samen met hun fabrieken, maar er kan alleen wat veranderen als alle merken dit doen. De norm moet omhoog. Daarom werken we ook samen met andere organisaties die ook merken vertegenwoordigen. Dat is voor ons de enige denkbare manier op weg naar een eerlijke kledingindustrie.’
Marieke Vinck (vertegenwoordiger duurzame merken, agentschap Charlie+Mary): ‘Weg met “het systeem”. Weg met de logge systemen’
‘Wij denken dat de meeste textielbedrijven zich realiseren dat de wereld alleen maar sneller gaat veranderen nu en dat consumenten meer op zoek gaan naar duurzame producten met een eerlijk verhaal. Daarnaast verwachten we dat “het systeem” zoals we dat kennen ook zal veranderen. Denk aan minder collecties per jaar maar kleinere leveringen bij de winkels gedurende het jaar. Producties die beter verdeeld worden over het jaar heen zodat ateliers en kledingfabrieken een meer constante stroom van orders krijgen te verwerken. Wij verwachten dat de bedrijven die mee bewegen in deze veranderingen het gaan redden en dat de logge systemen vast zullen lopen.’
‘In eerste instantie zijn we wel een beetje bang, en dat zien we nu ook al in Amsterdam waar de winkels al weer een tijdje opengaan, dat er een grote groep mensen is die zo snel mogelijk terug wilt naar het “oude normaal”. “De shoppers” in de Kalverstraat waren er weer zodra het weer kon. Maar wij geloven dat de realisatie dat terug naar wat normaal is geen optie is, toch doorsijpelt.’
Charles Snoeck (communicatie- en campagneverantwoordelijke, Fairtrade Belgium): ‘Wie kiest voor duurzaamheid, moet daarin ondersteund worden’
‘Eerlijke handel heeft nood aan gesensibiliseerde en geëngageerde consumenten. Maar handel kan niet tot stand komen zonder commerciële actoren. In België streven steeds meer merken ernaar om bij te dragen aan een meer menselijke en duurzame economie, bijvoorbeeld door te kiezen voor het Fairtrade label en door hun aankoopbeleid aan te passen. Zij verdienen het om meer ondersteund te worden door het beleid. Op die manier kunnen de actoren in toeleveringsketens er samen voor zorgen dat de diversiteit en toegankelijkheid van het aanbod aan eerlijke en duurzame producten blijft groeien.’
‘Een positief gevolg van dit massaeffect is dat duurzame producten niet langer duurder hoeven te zijn dan hun concurrenten. Er moeten duurzame producten beschikbaar zijn voor ieders smaak en portefeuille. Pas dan kunnen we hopen dat duurzaamheid en respect voor mensenrechten in toeleveringsketens de norm worden.’
Jonathan Janssens (coördinator Gent Fair Trade): ‘Kleine ondernemers moeten elke dag opboksen tegen dumpingprijzen, grote ketens scheppen verwarring’
‘Ik ben tegelijk positief en angstig op hetzelfde moment. De laatste weken kreeg ik zeer vaak de vraag hoe het met onze Gentse duurzame ondernemers gaat. Mensen zijn bezorgd om hun favoriete kledingwinkel, want de duurzame winkels, die zijn een deel van de identiteit van vele Gentenaars. Ik kreeg van niemand de vraag of de grote kledingwinkels in de Veldstraat de crisis zonder kleerscheuren zullen doorkomen. Dat maakt me hoopvol.’
‘Er waren veel oproepen om lokaal te winkelen en bewust na te denken waar je dingen koopt. En ik ben er echt van overtuigd dat deze boodschap ook gehoord wordt. Ik geloof dat er veel mensen zullen zijn die de komende weken extra zullen nadenken waar ze hun kleding gaan kopen, maar ik ben tegelijk angstig voor de impact van een mogelijke tweede of zelfs derde Corona-golf. De kleine ondernemers moeten elke dag opboksen tegen de dumpingprijzen van de grote spelers, de marges zijn vaak zeer klein. Hoewel veel mensen vandaag oproepen om lokaal en duurzaam te kopen, loert de macht der gewoonte steeds om de hoek. Het is zo makkelijk om in oude gewoontes terug te vallen.’
‘Bovendien zijn de grote ketens zich al lang bewust van deze trend. Als je de gemiddelde kledingwinkel binnenstapt, heb je het gevoel dat de helft van hun kleren uit biologisch katoen gemaakt wordt of CO2-neutraal geproduceerd werd, met alle reclameborden die er hangen. De komende weken zullen ook zij zich dus nog meer profileren als “lokaal” en “ethisch”, waardoor het nog verwarrender wordt voor mensen.’
Adriana Marina (sociaal ondernemer en oprichter HechoXNosotros en Animaná): ‘Van paniek naar een nieuwe wereld’
‘De eerste fase is er een van pure paniek. Bedrijven zitten met overstock, leveranciers lijden onder de geannuleerde bestellingen en arbeiders zullen proberen te overleven, zonder enige jobvooruitzichten. In een tweede fase pikken ew de draad weer op. Bedrijven kiezen voor oplossingen op korte termijn om niet failliet te gaan. Pas in een derde fase gaan we naar een nieuwe wereldorde. Bedrijven zullen uiteindelijk hun volledige toeleveringsketen onder de loep nemen. Ik hoop dat er meer nadruk zal komen op lokale ketens en op tragere productie. Hopelijk komt er een shift van trendgevoelig en -gedreven design naar capsule wardrobes vol kwaliteitsvolle kleren voor elke gelegenheid. Hopelijk komen lokale bedrijven daardoor meer onder de aandacht. Steeds meer mensen willen de verhalen van producenten weten, willen die persoonlijke connectie. Die steun kunnen ze goed gebruiken.’
Niki De Schryver (oprichter COSH): ‘Consument wil authenticiteit’
‘Er is een duidelijke opmars in de vraag naar duurzame mode. COSH heeft aan de consumenten kant een enorme organische groei (maal tien!) in bezoekers van het platform. Zij zoeken gericht naar ecologische, duurzamere en lokale initiatieven. Als de consument mee is, kan de vraag van onderuit komen gaan meer en meer bedrijven er ook echt op gaan inspelen. Nu de economie op zijn gat zat, gaan mensen ook meer belang hechten bij wie ze hun geld spenderen. Wij bevroegen onze retailers en daar merken we toch heel duidelijk dat zij die persoonlijke service leveren de beste omzet resultaten halen tijdens Corona. Wie zelf en in zijn eigen winkel staat, en flexibel kon inspelen door paspakketten, thuislevering in combinatie met een heel persoonlijke social media account heeft echt gewonnen tijdens de crisis. Persoonlijk vind ik dat een uiting dat de consument echt op zoek is naar authenticiteit en transparantie.’
Mathilda Tham en Kate Fletcher (academici, auteurs van het Earth Logic Fashion Action Research Plan): ‘Business as usual is onlogisch’
‘We zien radicale veranderingen. Na de publicatie van Earth Logic, eind vorig jaar, kwam een ander gesprek op gang. Dat gesprek is nu in een hogere versnelling gegaan. Terwijl mensen vroeger de ideeën die in Earth Logic gepresenteerd werden als onlogisch zouden beschouwen, zijn er steeds meer stemmen die opgaan dat “business as usual” onlogisch is. Het is niet alsof we nog winst kunnen maken op een dode planeet. There is no business to make on a dead planet.’
Isolde Delanghe (directeur Mode Unie): ‘We moeten door de zeer zure appel heen’
‘We zitten nu met een aantal stevige problemen omwille van corona: grote overstock in winkels die niet volledig weg gewerkt zal kunnen worden, omzetderving bij retailers en leveranciers, toeleveranciers en producenten die mogelijk niet volledig betaald zullen worden, orders die geannuleerd zullen worden voor de komende seizoenen. Er is een hertekening nodig van de ganse mode industrie en dit is niet tegen het volgende seizoen gebeurd. Post corona zullen heel wat retailers, merken en toeleveranciers het moeilijk krijgen, een aantal zullen het einde van de rit niet halen.’
‘Een crisis als deze kan niet anders doen dan nadenken en bijsturen. Eens we door de zeer zure appel heen zijn, kan het huidige systeem beetje bij beetje aangepast en bij geschroefd worden.’
Jan Orbie (directeur van het Centrum voor EU-studies, UGent): ‘Verandering zal niet komen van de EU, maar van kritische consumenten, ngo’s en lokale overheden’
‘De Europese Unie zal concreet werk maken van “due diligence” (of: gepaste zorgvuldigheid) voor bedrijven die zaken doen buiten de EU. Dat kan belangrijk zijn omdat bedrijven moeten aantonen dat ze moeite doen om mensenrechten schendingen te voorkomen binnen de keten. Er is echter ook een risico dat de wetgeving enkel van toepassing op een beperkt aantal bedrijven en dat ze vaag blijft over wat bedrijven precies moeten doen en over wat exact hun juridische verantwoordelijkheid is.’
‘Het zal vooral een keuze van ethische consumenten en bedrijven die hun verantwoordelijkheid opnemen, maar overheden (inclusief de EU) blijven grotendeels aan de zijlijn staan en spelen hoogstens een faciliterende rol. We zullen als burgers en consumenten dus vooral zelf moeten blijven uitzoeken wat het ethische gehalte is van de spullen die we kopen. Verandering zal dus niet komen van de EU en andere Europese overheden, maar wel van activistische ngo’s, kritische consumenten en een aantal bedrijven. Lokale overheden (zoals Stad Gent) kunnen hierin ook een rol spelen en doen dit ook al, onder meer via het verduurzamen van openbare aanbestedingen. Ik hoop dat ook instellingen zoals mijn universiteit een rol kunnen spelen, bijvoorbeeld door het aankopen van duurzame labojassen.’
Soraya Wancour (duurzaam ontwerper, Studio AMA): ‘Dit zal de geschiedenisboeken ingaan als een “wake up call”, maar niet meer dan dat’
‘Een verandering in consumptiegedrag zie ik sowieso gebeuren. Voor iedereen is en was het best een emotionele periode. Maar misschien moeten we het ook niet gaan overschatten. Mensen veranderen niet op twee maanden tijd. In de geschiedenis zal deze crisis opgenomen worden als een “wake up call”, als een “schok”, maar niet als een volledige omwenteling. Een realistisch scenario ligt tussen het best en het worst case scenario. Er zal een groep zijn waarbij het bewustzijn blijft hangen. Er zal een andere groep zijn die zich meer laat leiden door angst. In de versoepeling zien we een terugkeer naar de situatie zoals we ze kenden. Mensen zijn gewoontebeesten, we laten verandering traag toe. Bedrijven zijn ook zo: ze zullen eerst proberen verder doen, terugkeren naar de cijfers die ze vooraf hadden vooropgesteld. Pas als er een veilige economische situatie is, zal er ruimte zijn voor verbeteringen.’
Siel Vandamme (duurzame retailer, Just Hazel): ‘Geen fun shopping: het zal wennen zijn’
‘We bekijken het momenteel van dag tot dag. Van week tot week. Van maand tot maand. Van huur tot huur. Bij de heropening was er bijna niemand. We deden hierover een kleine rondvraag bij onze klanten: ze zien winkelen niet als een essentiële verplaatsing. Velen hebben schrik van drukte, dat het niet veilig is. Volledig te begrijpen natuurlijk. Het is zeker niet het fun shoppen van vroeger: van zodra het te gezellig wordt is het eigenlijk not done. Maar we proberen het hier wel nog altijd zo aangenaam en feel good mogelijk te houden, en dat lukt aardig. Mensen zullen hopelijk wennen aan dit nieuwe alternatief van shoppen en zo langzamerhand weer uit hun kot durven komen.’
Monica Titton (socioloog, modetheoreticus en oprichter van de Fashion In Crisis Reading Group): ‘Enkel journalisten zullen de verandering opmerken’
‘Elke dag leer ik nog bij over deze complexe industrie. Een realistisch scenario geven is geen makkelijke opdracht. Hier is mijn poging tot prognose: ik denk dat de modekalender zal terugkeren naar hoe die er vroeger uitzag, naar twee collecties per jaar per groot onafhankelijk modelabel. Helaas zal niemand behalve journalisten dat opmerken. De grote multinationals zullen volgen – hun voornaamste bron van inkomen ligt bij make-up en accessoires, dus in hun portemonnee zullen ze een terugval van het aantal collecties niet voelen. De fast fashion-industrie zal massaal veel geld pompen in greenwashing. Waarschijnlijk zullen ze steeds meer rekenen op data-analyse om beter de vraag te kunnen inschatten en misschien ook van overstock af te geraken. Make-up zal nog belangrijker worden als bron van inkomen voor modemerken. De negatieve effecten daarvan zullen we merken op onze lichamen, onze huid en in onze baarmoeders. Fashion, lifestyle, beauty, eten en gezondheid zullen zoals vanouds hand in hand gaan in modemagazines, op dezelfde manier zoals dat het geval was in de twintigste eeuw. Het enige verschil zal zijn dat we eindelijk wel diversiteit zien in die magazines, op vlak van soorten lichamen en huidskleur – want dat vormt geen bedreiging voor de winst die deze industrie wil genereren.’
Jon Harthough (Solidarty Center in Bangladesh): ‘Fabrieken zijn hier niet klaar voor’
‘We hopen dat fabrieken meer voorzorgen nemen. De meeste fabrikanten hebben niet de juiste voorzieningen om hun werknemers te beschermen. Arbeiders zullen nog sneller ziek worden in een werkomgeving dan voordien. Social distancing is moeilijk, sanitaire voorzieningen zijn vaak minimaal. We wachten af of het aantal besmettingen oploopt, maar we weten ook dat er niet genoeg testen zijn. En dat wil hoe dan ook zeggen dat de ware cijfers anders zullen liggen dan wat er gemeld wordt. Het is moeilijk om de ware impact te weten.’
Bie Noé (gids en inspirator sustainable fashion tours, B.Right): ‘Een nieuw, realistisch verhaal’
‘Fast fashion gaat niet blijven duren. Er komt een ander verhaal aan. Er komt een consumentengroep aan wiens stem steeds luider klinkt. Die gaan dit niet meer pikken. We zien dat een steeds grotere groep mee is in dit verhaal. Consumenten gaan zelf aan de slag met duurzaamheid. Geen enkele consument is daarin perfect. We hebben nood aan een tussenverhaal, aan een realistisch verhaal. En aan optimisme. Want zo als Rutger Bregman het stelt: als je iets optimistisch bekijkt, dan stimuleer je dat ook. Uiteindelijk zal de shift er komen. En bedrijven die niet mee veranderen, die zullen niet meer bestaan.’
Huib Huyse (hoofd van de onderzoeksgroep duurzame ontwikkeling, HIVA-KU Leuven): ‘Repressie of bescherming? Moeilijk te voorspellen’
‘Europese wetgeving kan haalbaar zijn, tenminste indien de politiek instabiliteit niet toeneemt. De reactie in de productielanden zal naar mijn aanvoelen sterk verschillen van land tot land. Sommige landen zullen dit aangrijpen om hun sociale bescherming te verbeteren – heel wat populisten hebben al begrepen dat dit goed valt bij het electoraat. Anderen zullen repressief optreden. Moeilijk te voorspellen wat er waar zou gebeuren.’
Lees de volledige analyse via MO* Magazine: https://www.mo.be/analyse/de-mode-dood-lang-leve-de-tragere-textielketen
Lees ook de mogelijke best case scenario’s en worst case scenario’s.
Deze blog maakt deel uit van een dossier over de impact van COVID-19 op de volledige textielketen. Lees ook mijn eerdere stukken voor MO*, Knack Weekend en One World.