Van overvolle kleerkast naar delen en doneren

Kleren die ik al jaren amper heb gedragen, horen niet meer in mijn kast thuis. Dat is mijn belangrijkste besluit na (intussen ruim) zes weken kleerkastvasten.

Eén ding weet ik zeker na zes weken: ik heb echt geen 101 kledingstukken in mijn kast nodig. Ik kijk nu ook op een heel andere manier naar mijn kleerkast. Toen de fotograaf een eerste keer langskwam, heb ik die helemaal ondersteboven gehaald. Ik kon meteen 23 stuks – al bijna een kwart dus – aanduiden die ik niet vaak meer draag. Die heb ik niet opnieuw in mijn kast gelegd, maar apart gehouden. Ik ga er nu nog eens door. Als ik niet denk dat ik de stuks zal missen, geef ik ze weg.

Bijna een derde van mijn kleerkast wil ik uiteindelijk wegdoen. Inclusief drie paar schoenen dat ik al even niet meer gedragen heb, kom ik aan twee grote zakken vol oud textiel. Alleen vraag ik me nu af: waar geef ik die het best weg? En aan wie?

Het katje van de buren gaat duidelijk akkoord met mijn beslissing om bijna een derde van mijn kleren weg te schenken.

Opgehaald? Opgelet!

Toevallig kreeg ik in het begin van de challenge een briefje in mijn brievenbus. Grootschalige ophaling van textiel, lees ik. Zet je kledij overmorgen buiten en dan halen wij het op. Zonder naam. Dat lijkt me vreemd: als een organisatie een textielophaling doet, dan zou die zichzelf toch kenbaar maken?

“Zonder credentials zijn dat soort ophalingen niet te vertrouwen”, waarschuwt Frank Dingemans van Kringwinkel Antwerpen. “Net als textielcontainers, zeker als er geen logo van bijvoorbeeld Oxfam of Wereldmissiehulp opstaat. Wat gebeurt er met textiel als je het in een textielcontainer langs de straat steekt of je het laat ophalen? Bijna alle kledij zal verkocht worden op de wereldmarkt: geëxporteerd naar net die landen waar alles zo goedkoop voor ons geproduceerd wordt. Dat is dan de kledij die de mensen, door de lage arbeidsvoorwaarden die wij hen aanbieden, zich nog kunnen permitteren.”“Bij veel goede doelen zal uiteindelijk tachtig procent van het ingezamelde textiel naar de export gaan.”

“Het systeem werkt dus in twee richtingen: enerzijds kan je regelmatig van kledij wisselen door de goedkope productie. Maar anderzijds gaan al die overschotten terug naar die landen. Dat ontwricht de lokale markt, want zij kunnen geen textiel aan een goede prijs meer verkopen, door al die overschotten.”

Ook bij veel goede doelen zal uiteindelijk tachtig procent van het ingezamelde textiel naar de export gaan, weet Dingemans. Het geld mag dan naar het goede doel gaan, de kledij zelf komt terecht op de Afrikaanse, Aziatische of Latijns-Amerikaanse markt. Ook bij de Kringwinkel, dat de keten zo lokaal mogelijk wil houden, belandt vooralsnog niet alles in de winkels. Zij verkopen ruim de helft van de ingezamelde kleren. “Als je iets doneert, of het nu aan een goed doel of aan een privéfirma is, stel gerust de vraag waar je kledij naartoe gaat. Wordt het grotendeels doorverkocht? Dan weet je hoe laat het is.”

Lees het volledige artikel via Charlie Magazine:
https://www.charliemag.be/abonnees/kleerkastvasten3/

© Charlie Magazine
Foto © Sarah Van Evercooren

Speciaal voor Generation M deed ik deze challenge nog vijf dagen langer dan gepland. Luister vanavond naar mijn relaas over kleerkastvasten op MNM! Tune in om iets over 21 uur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *