De heropleving van de vicuña, die midden vorige eeuw bijna uitgestorven was, wordt gezien als een van de grootste triomfen van de bescherming van wilde diersoorten. Nu zijn de dieren opnieuw bedreigd door de grote vraag naar hun wol, de fijnste, zachtste en warmste stof ter wereld.
Ze zijn fijn van gestalte, vrij klein voor een lama-achtige. Het zijn wilde dieren, in tegenstelling tot de alpaca en de lama. Sociaal zijn ze, altijd in groep. Schattig en ongelooflijk fotogeniek, dat ook, weet ik nog van een reis door het Andesgebergte.
‘Alsof ze zijn weggelopen uit een Disneyfilm’, zo omschrijft de Amerikaanse auteur Meg Lukens Noonan hen in haar boek The Coat Route: Craft, Luxury, and Obsession on the Trail of a $50,000 Coat, waarin ze onderzoekt waar de duurste stof ter wereld vandaan komt. ‘Alsof alle filmmakers de koppen bij elkaar gestoken hebben om een wel heel vertederend beestje te tekenen voor hun volgende film.’
En toen waren ze nog met tienduizend
En toen waren ze nog met tienduizend. Zo slecht was het in de jaren zestig gesteld met de vicuña, een wilde lama-achtige die graast in het Andesgebergte, van Peru tot het noorden van Chili en Argentinië. Het dier stond op punt om uitgestorven te geraken. Tien jaar eerder huppelden er nog 400.000 exemplaren de Andes rond.
De reden? Hun vacht. Die is zo waardevol dat je er een op maat gemaakte jas van 50.000 dollar van kunt maken.
En toen was vicuñawol “spotgoedkoop”
Alle inspanningen die sinds het midden van de twintigste genomen zijn om de vicuña te beschermen, staan in schril contrast met hoe er vandaag de dag omgegaan wordt met het dier. ‘Het moet een vijf-, zestal jaar geleden begonnen zijn’, vertelt Menghi geheimzinnig, alsof hij een spannende thriller inleidt. ‘Op de markt van Genève zag ik vicuñawol passeren voor een prijsje. Ik heb mij van den domme gehouden, veel vragen gesteld en de wanpraktijken uiteindelijk aangegeven bij Interpol.’
Het was de eerste, maar zeker niet de enige keer dat hij spotgoedkope vicuñawol zou aantreffen. In El Alto, Bolivia, werden hem zakken met vicuñahaar aangeboden voor 250 dollar per kilogram. ‘De helft van de prijs! Dat houd je niet voor mogelijk.’
Voor Menghi is er geen twijfel mogelijk: het gaat om illegaal verkregen vicuñawol, gesmokkeld door stropers die – net als vroeger – de dieren ombrengen in plaats van hen zorgvuldig te scheren en opnieuw los te laten.
Lees de volledige analyse – die eigenlijk een reportage had willen zijn, dankjewel corona – voor MO* Magazine: https://www.mo.be/analyse/vicunawol-bolivia-wol-dierenleed
Foto bovenaan: Meg Lukens Noonan