Wat is de impact van COVID-19 op de toekomst van textiel? Die vraag stelde ik mijn halve adresboek. In deel twee mogen ze doemdenken. Dit is hun worst case scenario.
Sara Ceustermans (coördinator Schone Kleren Campagne): ‘Geen marge om klappen op te vangen’
‘Het meest tragische blijft voor mij dat arbeiders nooit hebben gedeeld in de winsten toen het nog goed ging. Gingen minimumlonen omhoog, dan moesten ze harder werken: in Bangladesh zijn de productietargets sinds de laatste loonsverhoging met 30 procent gestegen. Nu de sector in elkaar stort, zijn zij de eersten die in de klappen delen. Net doordat ze in goede tijden al nauwelijks konden rondkomen, hebben ze geen marge om dit op te vangen. Ze zijn dus in elk scenario de dupe. Perspectief hebben ze niet. Velen zullen in de informele economie terechtkomen, waar ze meer risico lopen op besmetting. En dan nog: als niemand nog een deftig inkomen heeft, lijdt de informele economie daar natuurlijk ook zwaar onder.’
Mark Anner (professor Penn State University, directeur Center for Global Workers’ Rights): ‘Consolidering van de macht’
‘Het slechtste scenario is dat merken nog meer de macht naar zich toe zouden trekken. We zien dat Amazon het heel erg goed doet. Zij zetten nu ook steeds meer in op kleding, als een platform voor andere merken. We zien ook steeds meer faillissementen: de industrie is momenteel erg fragiel. De vraag is waar de productie heen gaat. China kan momenteel misschien weer meer orders opnemen, nu het grootste gevaar daar geweken is. In andere productielanden is er veel onzekerheid of het virus daar controleerbaar zal zijn – ze hebben dan misschien de lagere prijzen, maar ze houden ook een risico in. Als productie terugkeert naar China, zullen de grotere leveranciers daar steeds groter worden. De kleine leveranciers zullen het niet redden. We zullen dus een consolidatie van de macht zien, op alle vlakken, in elk land. En dat gaat niet de juiste richting uit.’
Diewertje Heyl (programmamedewerker Arisa): ‘Arbeidswetgeving afzwakken om weer werk aan te trekken’
‘Arbeiders aanvaarden nu slechtere werkomstandigheden dan voorheen, net omdat ze dringend cash nodig hebben. De productie komt her en der weer op gang, maar het zal zeker nog een halfjaar duren voor het volledig weer was zoals voordien. Arbeiders zullen elders inkomen moeten zien te vergaren, hoe dan ook. Vooral arbeiders met tijdelijke contracten zitten met de handen in het haar: als een fabriek op 30 of 50 procent capaciteit draait, zal het eerst de arbeiders die vast in dienst zijn terugvragen.’
‘Werkgevers zitten in zwaar weer. Overheden van productielanden zullen hen ondersteunen, om opnieuw werk aan te trekken. In India is de overheid momenteel de arbeidswetgeving aan het opschorten voor de komende jaren. Arbeiders mogen tot 12 uur per dag werken volgens de nieuwe regeling. Dat zou willen zeggen dat werkweken kunnen oplopen tot 84 uur. Veiligheid, gezondheid, vakbondsvrijheid, minimumlonen: alles wat moet volgens ILO-conventies, is nu tijdelijk van de baan. Inspecties worden niet meer gerealiseerd. En ook vakbonden en ngo’s kunnen onmogelijk hun werk doen, omdat ze het moeilijk hebben om in contact te komen met arbeiders.’
Niki De Schryver (oprichter COSH): ‘De zombification van de consumptiemaatschappij’
‘Business as usual lijkt me het worst case scenario. Merken die hun arbeiders lieten stikken tijdens de coronacrisis, krijgen de kans om gewoon weer op te pikken zonder enige sancties. De consument laat zich weer pakken door overkopen. Er is zoveel werkloosheid dat mensen geen andere keuze dan fast fashion hebben. Net daarom is het belang om zeker in deze tijden elke euro die binnenkomt te herinvesteren in je lokale handelaar en kruidenier. Anders worden we afhankelijk van de multinationals, met zombification van de consumptiemaatschappij als gevolg.’
Bel Jacobs (activist Extinction Rebellion Boycott Fashion en schrijver): ‘Ook de vertraging van de mode is een worst case scenario’
‘De mode vertraagt, ofwel door de keuze van de merken, ofwel door pure noodzaak. Beide opties zijn wat mij betreft angstaanjagend. Als merken ervoor kiezen om te vertragen, zullen ze die keuze te traag maken – met alle gevolgen voor de klimaaturgentie van dien. Als ze uit noodzaak vertragen, wil dat zeggen dat er opnieuw een ramp of pandemie zal of moet plaatsvinden vooraleer ze dat doen. Arbeiders zijn hoe dan ook de dupe, de verliezers. Lees hun verhalen. Hun situatie is schrijnend. Niemand wint in deze pandemie. E-commerce is geëxplodeerd. Superfast fashion merk Boohoo heeft 54 procent meer winst gemaakt dan voorheen en kijkt nu om andere Britse high street brands die wél in moeilijkheden zitten over te nemen. Waar gaat dit heen?’
‘Ik heb wel nog hoop: dat gewone mensen wakker zijn geworden en al het misbruik in deze keten vanaf nu erkennen. En dat die kennis politiek wordt, in welke vorm dan ook: of mensen er nu voor kiezen om op straat te komen, de overheid aan te spreken, merken ter verantwoording te roepen, zelf hun levensstijl aan te passen, nog meer kennis op te doen of een combinatie van dit alles. Dat is mijn enige hoop. Dit is een intriest verhaal. We are in a hell of our own making. Dus ligt de hoop in het feit dat we dat eindelijk zouden erkennen.’
Huib Huyse (hoofd van de onderzoeksgroep duurzame ontwikkeling, HIVA-KU Leuven): ‘Nog meer lage prijzen’
‘Door de economische crisis en een beperkte vraag kan er een race to the bottom ontstaan waarbij de productielanden tegen mekaar concurreren met lage prijzen (en dus slechte werkomstandigheden) om toch investeringen en orders binnen te halen. In een worst-case scenario gaan internationale bedrijven op een onverantwoorde manier hun risico’s spreiden door nog meer verschillende onderaannemers aan te trekken en die tegen mekaar uit te spelen om de prijs verder te drukken.’
Ayesha Barenblat (oprichter Remake): ‘Wanhoop en ziekte leiden tot sociale onrust’
‘Op korte termijn is de situatie erg kritiek. Arbeiders moeten cash geld zien te krijgen, anders zullen ze in zwaar weer komen komen. Sommige fabrieken zijn weer geopend, voor het veilig is. Veel arbeiders zullen ziek worden. Zonder geld om eten of gezondheidszorg te betalen, zie ik een toekomst vol sociale onrust. Hoe dat er juist zal uitzien, is moeilijk te zeggen – deze situatie is ongeëvenaard. Maar we weten wel: dit is niet de eerste crisis en zal niet de laatste crisis zijn. Ook de klimaatcrisis zal nog veel slachtoffers maken. We hebben sterkere ketens nodig, anders komen we er niet. En de arbeiders al zeker niet.’
Ben Vanpeperstraete (onafhankelijk expert): ‘Zoveel mogelijk volume aan een zo goedkoop mogelijke prijs’
‘In een sector onder druk en uitpuilende magazijnen dwingen bedrijven om de post-lockdown shopping experience te verdrinken met goedkope kledij. Er komt een negatieve spiraal op gang om zo goedkoop mogelijk veel volume te verkopen. De KMO’s gaan kopje onder en in de markt is er een significante consolidatiegolf. Gezien dat post-corona de shopping getransformeerd is van een beleving naar een necessity, is de sector in een permanente crisis. Door hun marktmacht kunnen de overgebleven kledingmerken de schroeven bij hun producenten nog meer aanvijzen. De kledingfabrieken moeten op hun beurt overal besparen waardoor dat lonen nog lager liggen en werkomstander nog onveiliger worden.’
‘Onder druk van een sector in crisis gaan productielanden hun arbeidswetgeving nog meer verzwakken, en gebruiken ze efficient de coronacrisis als een excuus hiervoor. De overheden van consumptielanden stoppen de overgebleven merken veel geld toe, maar zonder conditionaliteit en regelgeving.’
Marlese von Broembsen (Law programme director, Women in Informal Employment: Globalizing and Organizing (WIEGO)): ‘Miljoenen verloren jobs’
‘Merken hebben tijdens deze crisis aangetoond hoe slecht ze hun leveranciers behandelen. Ze maken zich nu zorgen dat die leveranciers nu zullen communiceren naar consumenten toe. Daardoor zullen ze niet terugkeren naar dezelfde leveranciers of naar dezelfde regio, maar eerder investeren in automatisering van arbeid. Het resultaat daarvan is dat het werk niet terugkeert naar Azië, wat dramatisch zou zijn voor arbeiders: miljoenen mensen verliezen hun job.’
Nazma Akter (oprichter AWAJ Foundation en voormalig kindarbeidster in Bangladesh): ‘Arbeiders kunnen het zich niet permitteren om bang te zijn voor corona’
‘Veel arbeiders stellen zich de vraag of hun leven nog wel waarde heeft. Depressie, frustratie … Het is helaas dagelijkse kost. Wat moeten arbeiders doen als hun verhuurder hen op straat zet? Veel mensen zijn erg teleurgesteld, bang en kwetsbaar. Ze weten niet wat ze moeten doen. Ze zijn bang van corona. Maar ze hebben nog meer schrik van sterven aan de honger. Arbeiders kunnen het zich niet permitteren om echt schrik te hebben van zo’n ziekte. Ze moeten overleven, en ze moeten arbeid aannemen aan lage lonen om dat te doen. Zelfs al zijn de grote fabrieken er niet op voorzien om afstand te bewaren – ze hebben vaak niet eens genoeg mondmaskers. Het is niet veilig. Wist je dat 35 tot 40 procent van de kledingarbeiders alleenstaande moeders zijn? Als zij geïnfecteerd geraken, wie zal dan voor hun kinderen zorgen?’
Margreet Vrieling (adjunct-directeur, Fair Wear Foundation): ‘Business as usual is desastreus’
‘Het zou desastreus zijn als we ondanks deze mensenrechtencrisis waarin de pijnpunten meer dan ooit bloot worden gelegd, teruggaan naar business as usual.’
An Boone (duurzaam ontwerper, Mr Manchette): ‘Business as usual als overlevingsstrategie’
‘Ik vrees dat het even moeilijk zal blijven om te shiften naar meer eerlijke en ecologische kleding. Winkels – die het sowieso al moeilijk hebben – hebben het gigantisch veel omzet gemist en moeten nu in de eerste plaats middelen vinden om hun winkel te redden. Gaan ze dan risico’s nemen en voor hen nieuwe merken in hun assortiment opnemen? Ook consumenten hebben door technische werkloosheid vaak veel minder inkomen dan voor de crisis, gaan ze die schaarsere middelen dan gebruiken om duurdere kleren te kopen?’
‘Als ik naar de sector zelf kijk, dan schrik ik een beetje van de snelheid waarmee stoffabrikanten met antibacteriële stoffen komen voor de productie van mondmaskers. Was er maar diezelfde ijver om ecologische stoffen op te nemen in hun assortiment in plaats van het als een noodzakelijk bijproduct te zien. Ik vrees dat ook daar zowel in productie als confectie het grotendeels business als usual zal zijn om te kunnen overleven.’
Adriana Marina (sociaal ondernemer en oprichter HechoXNosotros en Animaná): ‘Lange termijn vergeten’
‘Consumenten verwachten lage prijzen zoals voor de pandemie. Mogelijks zullen ze nog meer uitgeven, aangewakkerd door de immense kortingen die winkels zullen geven zodra ze weer open mogen. We vergeten om het grote plaatje, het systeem dat kapot is, te bekijken. We kijken enkel naar oplossingen op korte termijn, niet op lange termijn.’
Siel Vandamme (duurzame retailer, Just Hazel): ‘Als nog meer mensen kiezen voor de Primarks van deze wereld, wat met de Just Hazels van deze wereld?’
‘Waarschijnlijk zal het nog verergeren voor de leveranciers van de grote ketens. Komen de grote ketens überhaupt nog terug naar Bangladesh en India? Ze gaan meestal geen partnerschappen aan, dus in principe kunnen ze gewoon op zoek gaan naar een goedkoper alternatief … Gaan ze de minimumlonen nu nog (beweren) te kunnen betalen?’
‘Wat gaat er gebeuren met al die overstock van dit seizoen, komt er nog een piek in de verkoop? Gaat iedereen wachten op de solden waarbij alles aan dumping prijzen verkocht zal worden? Als nu nog meer mensen dan voordien bij de Primarks van deze wereld gaan shoppen met hun werkloosheidsuitkering, wat gebeurt er dan met de Just Hazels van deze wereld? Plus: door corona werd/wordt er meer online besteld, en al was dat voor velen een kleine strohalm, wil dat nu zeggen dat een bakstenen winkel voorgoed verleden tijd is nu een extra aantal mensen heeft kunnen proeven van het Zalando-systeem? Wij hebben zelf ook onze verzendkosten verlaagd, maar dat is zeker niet houdbaar voor ons, alleen bleek dat in deze tijden de enige manier om ons van enige inkomsten te voorzien.’
Tatiana De Wée (coördinator Fashion Revolution): ‘Gewoontes leer je ook bij crisissen niet meteen af’
‘In het ergste geval gaan we terug naar “business as usual”: overheden trekken hun lessen niet uit het best wel feilbare economische systeem waar we nu inzitten, merken komen niet vanzelf tot inkeer en ook consumenten trekken niet meteen lessen uit de “vertraging” en het – op dit moment – “consuminderen”. Ik was echt een beetje aangedaan wanneer ik las hoe er onder andere bij Primark meteen een file was ontstaan toen de winkels opnieuw opengingen. “Hebben ze dan niets geleerd?”, dacht ik bij mezelf. Maar gewoontes leer je blijkbaar ook bij crisissen niet meteen af.’
‘Ook overheden gaan niet meteen bijsturen als ze zich laten (af)leiden door lobbygroepen die ook pleiten voor “business as usual” en liefst nog eens extra gesteund met overheidsgeld. Landen maken nu publieke budgetten vrij die vaak eerst worden ingezet om de economische gevolgen van de crisis in te perken, waardoor andere nodige maatregelen (zoals o.a. ook het implementeren van de green deal) minder ruimte krijgen. De economische groei, dat groeimodel, krijgt dan dus nog maar eens voorrang, ongeacht ecologische en sociale omstandigheden. Daarlangs nog: we zien ook dat lobbygroepen van bijvoorbeeld de auto-industrie blijkbaar corona steeds meer inroepen als zogezegde reden waarom zij regelgeving op sociaal-ecologisch gebied uitstellen. Een zeer nefaste trend dus.’
Jan Orbie (directeur van het Centrum voor EU-studies, UGent): ‘Gebrek aan urgentie’
‘Uit analyses van het EU discours blijkt nu al een sterke voorkeur voor “business as usual”. Mits beperkte uitzonderingen, blijft het vrijhandelssysteem overeind. De EU pleit zelfs voor nog meer liberalisering. Nochtans benadrukken Europese politici (inclusief de EU-Handelscommissaris) ook de nood aan “reshoring” en “strategische autonomie”) maar dat zal niet gelden voor het grootste deel van de textielindustrie. Alleen specifieke niches van de textielindustrie, zoals beschermende kledij en mondmaskers, zullen meer produceren binnen de EU. De crisis illustreert niet alleen onze afhankelijkheid van een beperkt aantal producten zoals mondmaskers en medische kledij, maar ook hoe miljoenen textielarbeiders in het Zuiden voor een groot aantal producten afhankelijk zijn van onze Europese markt. Het eerste is goed doorgedrongen, het tweede niet echt. Er is helemaal geen “sense of urgency” dat deze crisis de Europese bevoorrading van textiel zou hypthekeren.’
Mathilda Tham en Kate Fletcher (academici, auteurs van het Earth Logic Fashion Action Research Plan): ‘Profit before planet and people’
‘Het allerslechtste zou zijn dat merken terugkeren naar “wat normaal is”, terwijl het systeem duidelijk stuk is. Profit before planet and people: dat is ons worst case scenario.’
Jonathan Janssens (coördinator Gent Fair Trade): ‘Grote bedrijven in belastingparadijzen worden nog machtiger’
‘Ik geloof dat we in een cruciale periode leven wat betreft de verhouding van multinationale bedrijven en overheden. De slinger zwaait weliswaar steeds heen en weer, maar op dit moment lijkt me de balans zeer scheef te groeien. Bedrijven worden groter en machtiger, en overtroeven op die manier veel landen. Dan zie je vreemde situaties ontstaan, zoals overheden die beleid beginnen uitwerken in functie van het lokken van multinationals naar hun land. Bij ons vertaalt zich dat in absurde belastingkortingen en zelfs systemen om belastingen in andere landen te gaan ontduiken – België is net als Nederland een belastingparadijs voor multinationals, ondanks de maatregelen van de voorbije jaren. In de productielanden liggen de belastingen al laag, dus daar verlagen ze de sociale en ecologische wetgeving. Ik wil er niet aan denken wat het zou betekenen als die situatie nog verslechtert. De textielindustrie is nu al zo’n slecht voorbeeld wat betreft mensenrechten en vervuiling.’
‘Een verslechtering van de situatie is misschien de worst case scenario, maar terugkeren naar een business as usual vind ik eigenlijk ook al een horrorbeeld. De voorbije weken werd pijnlijk duidelijk hoe de fast fashion industrie omspringt met haar textielarbeiders. Het Fast Fashion-model laat toe om miljoenen mensen van de ene dag op de andere op straat te zetten. Die flexibiliteit heeft nu ook zijn nut bewezen, helaas. De Corona-crisis doet het aantal bestellingen dalen, dus Fast Fashion-merken passen zich aan. Er is geen enkel verantwoordelijkheidsgevoel voor de gevolgen voor de mensen die de kleding maken. Vanuit sociaal perspectief, is het terugkeren naar dit model een horrorscenario.’
Marieke Vinck (vertegenwoordiger duurzame merken, agentschap Charlie+Mary): ‘Duurzaamheid niet meer prioritair’
‘Uiteraard zijn er veel merken, bedrijven, retailers financieel hard getroffen door de stilstand. Winkels met hoge huren bijvoorbeeld hebben ook met de steun die ze wellicht hebben ontvangen van de overheid veel in te halen. Hier zitten ook veel duurzame merken, initiatieven en pioniers bij. Wij vrezen dat niet iedereen het redt. We zijn ook bang dat er bedrijven zijn die op weg waren naar een duurzamer beleid door deze crisis de milieu- en sociale aspecten de komende tijd weer minder belangrijk achten en zich blindstaren op het herstellen van eerst puur het economische verlies. Tegelijkertijd vrezen we ook dat naast retailers veel fabrikanten in productielanden hard worden geraakt. Iedereen hoort de verhalen over merken die orders annuleren, fabrikanten met spullen laten zitten of onder druk zetten om kortingen te geven. Dit zal grote gevolgen hebben en vooral voor de werknemers in die fabrieken, want hoogstwaarschijnlijk is daar geen sociaal vangnet zoals bij ons.’
Soraya Wancour (duurzaam ontwerper, Studio AMA): ‘Op zoek naar een gevoel van overvloed na de quarantaine’
‘Ik zie het eigenlijk niet goed komen. Er is een sociale ramp gebeurd. De mensen die in deze sector werken, waren voor de crisis al heel gevoelig en zaten in toen al in een heel precaire situatie. Het moet vreselijk zijn om hier uit te klimmen. De druk die op arbeiders wordt gelegd, zal nog hoger zijn. Alle bedrijven zitten nu in slechte papieren. Zij zullen rekenen op de zwakste schakels – de arbeiders – om dat op te vangen. Dat zijn mensen die nu niet betaald zijn en die binnenkort nog harder zullen moeten werken. Kunnen ze zelfs nog harder werken? Ik ben hier bezorgd om. Ik zie alle problemen, maar ik weet niet hoe ze eruit ga geraken.’
‘Als ik kijk naar het westen, naar de consumenten, zullen ze – worst case – nog meer kopen. Misschien zullen ze dat doen als afleiding, na de quarantaine die er nu geweest is, om hun gedachten te verzetten, om zichzelf te verwennen, om angst tegen te gaan. Er is weinig duidelijkheid of er nog een tweede golf aankomt. Gaan mensen daarom nog meer hamsteren en shoppen, ook op kledingniveau? Dertig onderbroeken inslaan in plaats van toiletpapier hamsteren? Misschien zullen mensen kiezen voor fast fashion om toch een beetje het gevoel van overvloed te kunnen hebben, net omdat we nu zoveel moeten inboeten op sociaal gebied. Ook hier geraken mensen hun job kwijt. Er zijn veel jobs aan het verdwijnen. Als mensen minder koopkrachtig worden, gaan ook zij misschien sneller naar fast fashion grijpen. Dus zowel wie zichzelf wil verwennen als wie schrik heeft door financieel in te boeten in deze crisis, zal mogelijks heel wat nieuwe, goedkope kleren inslaan die ze niet eens nodig hebben.’
Charles Snoeck (communicatie- en campagneverantwoordelijke, Fairtrade Belgium): ‘Solidariteitsgolf blijft binnen landsgrenzen’
‘We moeten constateren dat bij de heropening van onze winkels er haast onmiddellijk een lange wachtrij stond aan de Primark. Op dat moment werd de keten net beschuldigd van het opzeggen van bestellingen en betalingen bij hun leveranciers in Bangladesh, voor gigantische bedragen. Als rechtstreeks gevolg kwamen duizenden werknemers zonder inkomen te zitten en zonder bescherming tegen een groeiende gezondheidscrisis. De realiteit is dat armoede niet enkel een probleem is in de armere landen. Ook bij ons blijft de vraag naar goedkope producten belangrijk. Daar moeten we ook begrip voor hebben en oplossingen voor bieden.’
‘In een worst case scenario gaan we zouden we naar een vernieuwde vorm van protectionisme kunnen gaan, waarbij we enkel oog hebben voor de uitdagingen hier. Dit houdt echter geen rekening met de realiteit dat in een geglobaliseerde wereld we van elkaar afhankelijk zijn. Grote delen van onze industrie en rijkdom hangen net af van producten die we hier niet kunnen verbouwen. Als de solidariteitsgolf onze landgrenzen niet overstijgt, dan riskeren we ook een deel van onze eigen rijkdom te verliezen.’
Monica Titton (socioloog, modetheoreticus en oprichter van de Fashion In Crisis Reading Group): ‘Greenwashing voor altijd’
‘Niks verandert. Zowel de vicieuze cirkel van misbruik op de fabrieksvloer als de milieu-impact van de mode-industrie blijft ongewijzigd. De kritiek tegen het systeem wordt geïntegreerd in het systeem zelf, en de industrie blijft draaien. Greenwashing forever and ever.’
Deze blog maakt deel uit van een dossier over de impact van COVID-19 op de volledige textielketen. Lees ook mijn stukken voor MO*, Knack Weekend en One World.
Lees hier de best case scenario’s: https://ontketening.be/2020/06/03/een-betere-textielindustrie-na-corona-hoe-dan/