Duurzame mode uitpluizen op nieuw designfestival

Op Design Fest Gent raakt FashionUnited geïnspireerd door talentvolle textielontwerpers die de sector willen verduurzamen. Ze gaan aan de slag met stofoverschotten, algen of zelfs gewoon een bol pluis.

Stof tot nadenken op het Design Fest Gent. Dat mag je letterlijk nemen. Met hun handen kneden een tiental enthousiastelingen een bol pluis, stof opgehaald bij een Belgische linnenfabrikant, in een bak water tot een nieuwe grondstof. Aanstoker van deze workshop is Isabeau Goddé, een van de exposanten op het Oost-Vlaamse designfestival met haar project No Time To Waste.

Isabeau Goddé is niet de enige ontwerper tijdens die voor het Design Fest Gent met afval aan de slag kan. Offcuts is een project van het Nederlandse Seok Park, die aanklaagt dat er te veel – met name: 17,4 procent – textiel verloren gaat bij het uitsnijden van kledingpatronen bij werkkleding. Het werk lijkt in harmonie te staan met The Remake Sessions, een samenwerking tussen de Gentse Soraya Wancour, bezielster van Studio AMA, en het werkkledingbedrijf Alsico. Samen toveren ze ongebruikte werkkleding om tot waardevolle ontwerpen. Tijdens een interview op het Fair Fashion Fest, dat afgelopen weekend plaatsvond in datzelfde museum, vertelde Wancour dat ze met de capsulecollectie van Alsico wil aantonen dat materiaal verplaatsbaar is qua context en interpretatie. ‘Het heeft veel meer waarde dan we initieel inzien’, aldus de ontwerpster.

Ook lichamelijk afval – denk bijvoorbeeld aan zweet – lijkt ontwerpers te inspireren. Neem nu het project Caskia / Growing a MarsBoot van Officina Corpuscoli. In samenwerking met Ourownskin ontwerpen zij een schoen die niet enkel geschikt is voor een groenere aarde, maar ook ver daarbuiten. Ruimtevaart inspireert kunstenaars omdat astronauten op zichzelf – en dus ook hun eigen afval – aangewezen zijn om te overleven. Net daarom werkt Officina Corpuscoli met zweet en andere voedzame bestanddelen uit het lichaam van astronauten om laarzen te maken van schimmels. De schimmeldraden, oftewel mycelium, worden gevoed door pakweg het zweet in de laarzen van astronauten en kunnen zo uitgroeien tot nieuw schoeisel. Caskia maakt deel uit van Waterschool M4H+: Een katalysator voor nieuwe woonculturen, in feite een ‘tentoonstelling binnen een tentoonstelling’, zo verwoordde een gids in het Design Museum het.

Schoenen voor een betere wereld

In het Design Museum staat wel meer idealistische schoeisel. Met Custom Territory wil Luca School of Arts-lector Ben Hagenaars sneakers op een lokale, circulaire en participatieve manier: afgedankte schoenen kunnen uit elkaar gehaald worden en weer in elkaar geknutseld worden. ‘Het is niet de bedoeling om de schoen volledig af te breken, maar hem opnieuw te reconstrueren’, vertelt Hagenaars in een Zoomgesprek over de werking. ‘Ambiorix, de laatste schoenenproducent van België, voegt er een overzool aan toe. Het gaat om een modulaire zool, die gemakkelijker te repareren valt en zo lokaal kan blijven circuleren.’

De schoenen op het festival hebben niet enkel lokale aspiraties. Neem nu de sandalen van Project Toto, die een enkel-voetorthese vormen op maat van kinderen met een beperking op Madagaskar. Of de 3D-geprinte sandalen van Future Footwear Foundation, geïnspireerd op veldwerk over heel de wereld door antropologe en KASK-lector Catherine Willems. Tijdens een panelgesprek op het Fair Fashion Fest afgelopen zaterdag vertelde Willems dat ze de afgelopen tweehonderd jaar aan schoenenproductie links laat liggen. Ze kijkt enkel naar het verleden en, gezien de 3D-technologie, naar de toekomst. ‘Want,’ zo doet ze uit de doeken, ‘onze voeten zijn niet gemaakt voor de huidige schoenproductie. Tot 40.000 jaar liep de mensheid blootsvoets, dat komt neer op 2 procent van ons bestaan. Door schoenen te ontwerpen op maat van onze voeten, op basis van kennis van oude ambachten en op maat gemaakt met behulp van 3D-printers, kunnen we onze voeten bevrijden.’

Algen als redding of juist vervuiler?

Grondstoffen krijgen een bijzonder podium tijdens het Design Fest Gent. Steeds meer ontwerpers zijn er zich van bewust dat ze in de toekomst spaarzamer zullen moeten omgaan met wat ze hebben. Veel ontwerpers kijken naar zeeplanten zoals algen als oplossing. Op diezelfde metatentoonstelling Waterschool M4H+ tonen Dekkers Leijdekkers dat Nederlandse algen nog te weinig benut worden. Met een handboek, Cyanotypes of Dutch Algae, willen ze daar verandering in brengen.

Product designer en KASK-onderzoeker Heleen Sintobin, een van de zes co-curatoren van het Design Fest Gent, werkt samen met de Spaanse wetenschapper María Boto aan Living Colours, een project om algen te gebruiken als natuurlijke verfstoffen. Boto werkt ook aan Growing Algae in Wastewater, zo kan ze met diezelfde algen afvalwater zuiveren en opnieuw pigmenten halen uit de biomassa. Die pigmenten zijn niet kleurvast, wat niet bepaald handig is als textielverf, maar volgens Sintobin vormt dat geen probleem voor industriële toepassingen. ‘Denk aan wegwerpproducten, zoals verpakkingen’, geeft ze een praktisch voorbeeld op de expo Kleur Bekennen. ‘Als daarop een boodschap gedrukt staat, dan zijn die moeilijker te recycleren. Terwijl de boodschap zelf slechts tijdelijk is.’

Maar hoe duurzaam zijn algen werkelijk? Dat onderzoekt Studio Samuel Tomatis in Alga, een multidisciplinaire studie naar toepassingen van deze grondstof. ‘Naast de vele voordelen zijn er toch ook enkele problemen’, luidt de conclusie van Tomatis. ‘De verrijking van het water met voedingsstoffen leidt immers tot een abnormaal weelderige groei van algen op stranden, die zich opstapelen tot vervuilend en giftig organisch materiaal. De uitdaging van het Alga-project bestaat erin om dit plaatselijke afval op te waarderen tot een positieve en duurzame hulpbron.’

Lees het volledige artikel op FashionUnited: https://fashionunited.be/nieuws/cultuur/duurzame-mode-uitpluizen-op-nieuw-designfestival/2022042835133

Fotograaf Martin Corlazzoli voor Industriemuseum Gent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *