Door de coronacrisis werken we met z’n allen steeds meer thuis. Thuiswerk is echter niet zonder gevaar, waarschuwt de Internationale Arbeidsorganisatie. Dat geldt zowel voor telewerkers in Europa als handarbeiders in India of Peru.
Voor de coronacrisis werkten wereldwijd zo’n 260 miljoen mensen van thuis uit. Dat komt neer op 7,9 procent van de werkende bevolking. Het merendeel (56 procent) waren vrouwen. In de eerste maanden van de pandemie steeg dat aantal tot naar schatting een op de vijf werknemers, rekende de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) uit. De organisatie verwacht dat deze groei zal aanhouden.
Thuiswerk is echter niet zonder gevaar. De IAO waarschuwt dat thuiswerkers over het algemeen slechter af zijn dan arbeiders en werknemers die buitenshuis werken: ze worden minder betaald, zijn minder vaak lid van een vakbond en krijgen minder vaak opleidingen.
Een deel van de thuiswerkers geraakt verzeild in de informele economie. De IAO noemt hen “onzichtbare” thuiswerkers. Ze maken deel uit van een groep informele arbeiders die steeds groter wordt, nu een deel van de fabrieken dicht blijft en veel arbeiders ontslagen zijn. In lageloonlanden werken bijna alle thuiswerkers (90 procent) met informele contracten. Zij doen bijvoorbeeld borduurwerk, handwerk en elektronische assemblage.
Lees het volledige artikel voor IPS hier: https://www.ipsnews.be/artikel/telewerkers-slechter-betaald-en-minder-goed-beschermd