Op het kattenmenu van de toekomst staan geen tonijnkorrels, maar insecten, kweekvlees en zelfs een volledig veganistische maaltijd. Duurzame alternatieven voor conventioneel kattenvoer zijn meer dan welkom, zeggen steeds meer experts, want de milieukost van dierenvoeding blijkt veel hoger dan oorspronkelijk gedacht.
Tonijn voor Lola? Ik dacht het niet.
Telkens mijn Spaanse onderbuur zijn familie in Catalonië bezocht, was het aan zijn huisgenoten om voor de kat te zorgen. Toegegeven, ik deed niet het meeste werk. Maar ik had op dat moment een auto en dus ging ik, op een blauwe maandag, om drie zware zakken kattenkorrels bij een niet nader genoemde dierenspeciaalzaak.
Daar stond ik, tussen de konijnen en het konijnenvoer, met de handen in het haar. Lola’s baasje mag dan een typische – fan van salchicha en andere vleselijke geneugten – Spanjaard zijn, ik ben vegetariër en mijn andere huisgenoot is veganist. De keuze tussen tonijn en rundsvlees, allebei goed voor een immense pootafdruk, doet ons alleszins niet watertanden. Gevogelte dan maar?
Het veggie dilemma
De Amerikaanse psycholoog Hank Rothgerber noemt dit “het veggie dilemma”. Uit zijn onderzoek uit 2013, waarvoor hij 515 vegetariërs en veganisten ondervraagd heeft, blijkt dat zij zich best schuldig voelen als ze dierenvoeding aankopen voor hun huisdier. ‘Het is als een keuze maken tussen het welzijn van hun huisdier en dierenwelzijn in het algemeen’, vat de psycholoog samen.
Vooral katten(h)ouders zijn niet erg happig om hun pluisbollen vegetarisch op te voeden, bleek uit een vervolgstudie van psycholoog Rothgerber uit 2014.
Katten zijn obligate carnivoren: in tegenstelling tot honden, die al veel langer gedomesticeerd zijn, kunnen hun poezelige tegenpolen niet zonder bepaalde vitaminen en proteïnen die in de natuur enkel voorkomen in dierlijke producten – het essentieel aminozuur taurine op kop. Jarenlang hebben experts, waaronder de Europese federatie voor petfoodproducenten (FEDIAF), dan ook aanbevolen om katten in geen geval hun bakje vlees af te nemen. Of je als baasje steak eet of net strikt veganistisch bent: je poes plantaardig opvoeden, is op zijn zachtst gezegd controversieel.
Steeds meer academici en dierenartsen stellen dat advies nu in vraag. Zolang de verhoudingen goed zitten en het voedsel een volwaardige maaltijd is – consumententip van professor Andrew Knight: als een product aangeboden wordt als snoepje, is het niet volwaardig – kunnen katten zonder problemen plantaardig door het leven gaan.
Gekweekt muizenvlees
Wat zijn nog meer opties? Insecten als dierenvoeding is nu al in opmars, zij het vooral als snack. Kweekvlees, dat nog in volle ontwikkeling is, is ook een mogelijkheid. Aangezien Lola en co niet bepaald geven om de vorm van voedsel, zolang het maar lekker (en voedzaam) is, zal kweekvlees waarschijnlijk eerst op het bord van je huisdier zal terechtkomen voor het op jouw bord verschijnt.
In het recent verschenen The Clean Pet Food Revolution, aangeraden door professor Knight, beschrijven auteurs Ernie Ward, Alice Oven en Ryan Bethencourt nog meer mogelijkheden voor de toekomst van petfood: producten op basis van gist en algen, bijvoorbeeld. Ook schimmels, zoals de koji die je terugvindt in onder andere sojasaus, zijn mogelijke vleesvervangers. Gekweekt muizenvlees, helemaal op maat van katten, is ook een mogelijkheid.
Lees mijn volledige artikel voor Eos Tracé: https://eostrace.be/artikelen/lust-felix-duurzame-brokjes
Deze merken voor veganistisch en vegetarisch huisdiervoedsel worden beschreven in The Clean Pet Food Revolution: Green Petfood, Ami Pet Food, Yarrah, V-dog, Benovo, Halo, Wysong, Natural Balance, Because Animals, Bond Pet Food, Wild Earth en Gather. De eerste drie zijn Europese merken, de laatste is een Canadees merk, de andere zijn Amerikaanse fabrikanten.
Alice Oven, co-auteur van The Clean Pet Food Revolution en masterstudent van professor Knight, doet geen concrete aanbevelingen. ‘Elke kat of hond is anders en kan dus anders reageren op bepaalde voeding.’
Als je beslist om je kat of hond veganistisch op te voeden, geeft ook professor Knight nog een laatste tip mee: ‘Laat de overgang gradueel gebeuren, anders krijgen de dieren misschien problemen met hun blaas en hun stoelgang.’ De dierenarts stelt voor om de eerste weken de urine van je huisdieren te controleren. ‘Er bestaat specifieke kattenbakvulling die van kleur verandert als katten erop plassen. Zo kan je als huisdierhouder controleren of de urine van je kat neutraal kleurt of verzuurd is. Of je kan urine van je dier verzamelen door niet-absorberende plastic kattenbakvulling – verkrijgbaar bij dierenartsen – te gebruiken, die je later bij je dierenarts laat testen. Zelf kan je daarvoor ook een pH-tester gebruiken.’ Professor Knight stelt voor om zo’n pH-test een keer per maand te doen. ‘Zo zal je er snel bij zijn mocht je kat een vernauwde urinebuis hebben.’
Bespreek je plannen om alternatieve voeding uit te proberen ook zeker met je dierenarts. Zo zal die alerter zijn voor bepaalde symptomen die verband houden met een ander dieet.