Een op de vijf katoenen kledingstukken wordt gelinkt aan dwangarbeid. Volgens een coalitie van 180 ngo’s zijn zo goed als alle grote modemerken betrokken bij de gedwongen tewerkstelling van de Oeigoeren door China.
Wie zijn of haar kleerkast opentrekt en er iets uithaalt, heeft al snel een kledingstuk vast dat gemaakt is van katoen, of tenminste deels uit katoen bestaat. Een vijfde van die katoenen kledingstukken kunnen gelinkt worden aan dwangarbeid, stelt een coalitie van maar liefst 180 ngo’s.
De coalitie, aangestuurd door waaronder de Schone Kleren Campagne, Worker Rights Consortium, Anti-Slavery International en het Uyghur Human Rights Project, linkt ‘zo goed als de volledige kledingindustrie’ aan katoenplantages en -spinnerijen in de Chinese autonome regio Xinjiang. In die noordwestelijke provincie wonen zo’n 11 miljoen Oeigoeren, een moslimminderheid met Turkse achtergrond.
China is de grootste katoenproducent ter wereld — het levert stof voor de kledingindustrie van onder andere Cambodja en Myanmar, die aan het begin van de coronacrisis zonder kwamen te zitten. 84 procent van al dat katoen komt uit de provincie Xinjiang.
Comfortabel bij genocidebeleid?
De afgelopen jaren trokken verschillende mensenrechtenorganisaties en journalisten aan de alarmbel dat honderdduizenden Oeigoeren en andere moslimminderheden ‘gescreend, opgesloten, gefolterd en gebrainwasht’ worden in heropvoedings- en detentiecentra. Naar schatting gaat het om 1 tot 1,8 miljoen mensen. Een deel daarvan komt terecht op boerderijen en plantages, een ander deel in katoenspinnerijen, ook buiten Xinjiang, ver weg van hun familie.
‘De verschrikkelijke misbruiken en slavernij van Oeigoeren en andere Turkse minderheden in China moet gestopt worden’, stelt Jasmine O’Connor, het hoofd van Anti-Slavery International, in een persbericht. ‘Merken moeten de banden met leveranciers uit Xinjiang doorknippen. Zo moeten ze ervoor zorgen dat hun toeleveringsketen niet meer gelinkt is aan de uitbuiting van de Chinese overheid.’
‘Merken moeten de banden met leveranciers uit Xinjiang doorknippen, zodat hun toeleveringsketen niet meer gelinkt is aan uitbuiting.’
End Uyghur Forced Labour
Onder de noemer ‘End Uyghur Forced Labour’ wil de coalitie betrokken merken aansprakelijk stellen. ‘Zij moeten zichzelf de vraag stellen hoe comfortabel ze zich voelen bij het genocidebeleid dat de Chinese overheid voert tegen de Oeigoerse bevolking’, zegt Omar Kanat, directeur van het Uyghur Human Rights Project, in datzelfde persbericht. ‘Om welke reden moesten zij nooit verantwoording afleggen voor hun betrokkenheid bij de gedwongen arbeid? Dat moet nu stoppen.’
Welke merken zijn betrokken?
Abercrombie & Fitch; adidas; Amazon; Badger Sport (Founder Sport Group); C&A; Calvin Klein en Tommy Hilfiger (PVH); Carter’s; Cerruti 1881 (Trinity Limited); Costco; Cotton On; Dangerfield (Factory X Pty Ltd); Esprit; Fila; Gap; H&M; Hart Schaffner Marx; Ikea; Jack & Jones, Only en Vero Moda (Bestseller); Jeanswest (Harbour Guidance Pty Ltd); L.L.Bean; Lacoste (Maus Freres); Li-Ning; Marks & Spencer; Mayor; Muji (Ryohin Keikaku Co., Ltd.); Nike; Patagonia; Polo Ralph Lauren; Puma; Skechers; Summit Resource International (Caterpillar); Target Australia (Wesfarmers); Uniqlo (Fast Retailing); Victoria’s Secret (L Brands); Woolworths (Woolworth Corporation, LLC.); Zara (Inditex); Zegna
Welke bronnen heeft de coalitie geraadpleegd?
Anti-Slavery International en de andere ngo’s lijsten op dat onder andere de Wall Street Journal en de denktank Australian Strategic Policy Institute ‘geloofwaardige rapporten en onderzoeksjournalistiek’ over de mensenrechtenschendingen aan het licht gebracht hebben. Daarnaast verwijzen ze ook naar rapporten en reportages van Associated Press, Australian Broadcasting Corporation, Axios, de Congressional-Executive Commission on China en Global Legal Action Network.
Hoe reageren de merken op de aantijgingen?
Nieuwsagentschap Reuters nam contact op met de 38 merken. Slechts een merk (Costco) weigerde te reageren. Alle andere merken stelden dat zij geen afnemers zijn van fabrieken in Xinjiang, maar de meerderheid kon niet bevestigen of in hun toeleveringsketen helemaal geen katoen uit die regio voorkomt. Het Amerikaanse PVH, moederbedrijf van Tommy Hilfiger en Calvin Klein, zegt dat het ‘binnen een jaar de banden zal doorknippen met fabrieken die stof produceren of katoen gebruiken uit Xinjiang’.
Ook C&A, de bekende retailer met hoofdzetel in België die eerder weigerde geannuleerde orders in volle coronacrisis volledig uit te betalen, ontkent te werken met leveranciers uit de regio. Niet onbelangrijk detail: de Thompson Reuters Foundation, een stichting gelinkt aan het nieuwsagentschap, prees C&A nog in 2017 voor zijn inspanningen om dwangarbeid in de textielketen te voorkomen.
Xinjiang is niet de enige regio waar dwangarbeid in de katoenteelt plaatsvindt. De toeleveringsketen van katoen is niet enkel berucht omwille van sociaal misbruik: ook het milieu krijgt van katoen, wat opnieuw sociale gevolgen heeft. Lees er alles over in mijn artikel voor MO*: https://www.mo.be/analyse/zo-goed-als-alle-grote-modemerken-betrokken-bij-oeigoerse-dwangarbeid
Lees meer over de impact van katoen op mens en milieu in het magazine Slow Fashion Forward of in het dossier Eerlijk Textiel Onder De Loep van Gent Fair Trade.
© MO* Magazine/Gent Fair Trade