E-commercemagnaten worden wel vaker ‘de overwinnaars van deze crisis’ genoemd. Kunnen kledingwinkels die een eigen webshop uit de grond stampten daar een graantje van meepikken? En wat met hun offline uitstalraam: hun winkel?
‘Door corona bestellen klanten meer en meer online.’ Dat merkt Siel Vandamme, mede-eigenaar van eerlijke kledingwinkel Just Hazel. ‘Een strohalm’, zo noemt Vandamme het. Dat blijkt ook uit cijfers van COSH: duurzame retailers die door corona een online verkoop lanceerden, benadrukken dat hun verkoop slechts 2 tot 6 procent is van hun normale verkopen in de fysieke winkel.
Vandamme zag net na de heropening van de winkels slechts een fractie van haar vaste klanten terug en hoopt dat consumenten op termijn toch vooral weer fysiek komen shoppen. ‘Wil dat nu zeggen dat een bakstenen winkel voorgoed verleden tijd is nu een extra aantal mensen heeft kunnen proeven van het Zalandosysteem?’, vraagt ze zich luidop af.
‘De reflex om online te zoeken zal bij een aanzienlijk deel van de consumenten veel groter zijn’, denkt e-commercestrateeg Cis Scherpereel daarover. Belgen kochten al vrij vaak online – het afgelopen jaar alleen al shopte vier vijfden van de Belgen met toegang tot internet weleens op het web. Het verschil zit hem volgens Scherpereel in herhaalaankopen, bijvoorbeeld voor voeding. ‘In tijden van corona kopen mensen niet een keer, maar elke week opnieuw. Wie daarvan geproefd heeft, blijft dit aanhouden na de pandemie. Ook kleding zal het online sterker doen dan voordien.’
Niet alle kledingzaken zullen daarvan profiteren. Scherpereel vreest dat online starters – waar Just Hazel, die al een webshop had, niet noodzakelijk onder valt – ‘slechts kruimeltjes’ zullen meepikken van de boost die online shoppen gekregen heeft. ‘Op zich is het goed dat ondernemers zich hiertoe gedwongen voelden’, meent Scherpereel. ‘Zij die aanmodderden om de stap te zetten, hadden geen reden meer om te wachten. Ook veel consumenten die nog niet eerder geproefd hadden van online shoppen, probeerden het voor het eerst uit. En uit sympathie voor de campagne om lokaal te kopen, vonden beide partijen elkaar online.’
Ik koop lokaal … uit sympathie?
Toch voelt het volgens Scherpereel aan ‘als een soort kramp die opduikt als je niet opwarmt voor je aan een spurt begint’. De grote jongens, zoals Amazon, Zalando, AliBaba en Bol.com, winnen in aanzien bij rationele kopers die op zoek zijn naar de laagste prijs voor het grootste – morgen aan huis geleverd – comfort. De lokale ondernemers winnen volgens Scherpereel enkel op emotioneel vlak: ‘uit sympathie’.
Nu de winkels weer opengaan, hebben die ondernemers ook nog een matig draaiende webshop te onderhouden. ‘Veel winkeliers zullen de processen en de klantenservice nog niet helemaal op orde hebben om online en offline te versmelten. Nu vindt de consument dat nog schattig, maar binnenkort zal die toch weer kiezen voor partijen die wél alles goed op orde hebben.’
Isolde Delanghe (Mode Unie) zei eerder al dat online inkomsten erg pover waren in vergelijking met inkomten in fysieke winkels. ‘Maar de beweging naar lokaal en Belgisch kopen is nu meer dan ooit ingezet’, blijft Delanghe positief. ‘Consumenten beseffen de waarde van hun lokale modezaak en appreciëren deze meer dan ooit.’
Dat hoopt ook Jasmien Wynants, duurzaamheidsexpert bij Flanders DC en een van de bezielers van de Ik Koop Belgisch-campagne. ‘Het is erg pijnlijk te zien dat heel wat modebedrijven nu in een extreem moeilijke positie terecht zijn gekomen en er dreigen heel wat faillissementen. Ik wil daar niet licht over gaan: mijn hart bloedt als ik denk aan de mensen achter de merken die hart en ziel in hun eigen zaak hebben gestoken. Maar ik koester de hoop dat de “shit” die nu op ons afkomt, de mest kan zijn om eindelijk verder te groeien richting een beter modesysteem.’
Bewuster door online shoppen
Sara Ceustermans van de Schone Kleren Campagne heeft net als Delanghe de indruk dat de oproep om Belgisch te kopen een draagvlak heeft. ‘Alleen weet ik niet zeker of de kleinere winkels daarvan zullen profiteren. Vooral de grotere ketens krijgen aandacht. Het zou ook helpen als er meer regulering – vanuit Europa – komt rond verzendkosten. Met verzendkosten wordt er volgens mij ook “bewuster” geshopt omdat terugsturen ook weer geld kost. Kleine webshops kunnen het zich niet permitteren om gratis te verzenden.’
Dat laatste geeft ook Vandamme toe. ‘Wij hebben zelf ook onze verzendkosten verlaagd, maar dat is zeker niet houdbaar voor ons. Alleen bleek dat in deze tijden de enige manier om ons van enige inkomsten te voorzien.’
Marieke Vinck vertegenwoordigt als medeoprichter van het Nederlands agentschap Charlie + Mary verschillende duurzame merken in de Lage Landen. Zij denkt dat de consument wel bewuster is geworden in tijden van crisis – ook bij online inkopen. ‘Het werd ineens duidelijk dat het niet zo “normaal” is dat je iets bestelt en je het de volgende dag in huis hebt.’
Scherpereel vult aan: ‘Tijdens Corona waren er overal logistieke issues wegens een plotse stijging van de online verkopen. Logistieke spelers kregen de belofte om de dag erop te leveren die verkopers maken, niet meer voor elkaar. Daarmee groeit het bewustzijn dat het niet noodzakelijk zo snel hoeft.’
‘Hierdoor realiseren meer mensen zich dat bij elke stap in het proces mensen betrokken zijn’, gaat Vinck verder. ‘Niet enkel mensen die kleding maken, maar ook mensen die de distributie verzorgen.’
Onzichtbare handen
Dat haalt ook Naomi Klein aan in een van de vele lezingen die de Amerikaanse auteur en activist tijdens deze crisis online gegeven heeft. ‘De handen van de mensen die onze producten maken en verpakken zijn zichtbaarder geworden in deze crisis’, aldus Klein.
‘Maar vergis je niet: Amazon zal er alles aan doen om die weer te verbergen. Het wil nu investeren om pakjes aan huis te leveren met drones, om zo producten en producenten nog meer van elkaar te abstraheren. Dat is de toekomst. Consumenten mogen niet vergeten dat dit een illusie is.’
Het debat waarin Klein deze uitspraken doet, werd georganiseerd door War On Want en The Leap, twee organisaties – Klein is medeoprichter van die laatste – die ijveren voor een Global Green New Deal. ‘In feite is wat Amazon doet,’ eindigt de auteur zoals zo vaak met een kwinkslag, ‘niets meer dan een Screen New Deal.’