Zal de mode-industrie lessen trekken uit de coronacrisis? Ontwerpers, retailers, activisten en experten in binnen- en buitenland hopen alleszins van wel. Een gerenommeerde modejournalist spreekt zelfs over een ‘brave new fashion world’. Waarom pikken kledingarbeiders, de grootste verliezers van deze crisis, dan geen graantje mee?
Voor MO* onderzocht ik vijf mogelijke scenario’s en een antwoord op de vraag wat de industrie kan doen voor de grootste verliezers: de textielarbeiders. Meestal waren het hoopvolle scenario’s, maar toch. Er zijn mensen die het niet gaan redden. Er is meer nodig. En nu is daar het moment voor.
Scenario 1: Van snelle naar trage mode?
Designers, luxemerken en invloedrijke moderaden roepen op tot vertraging en willen maximaal nog twee collecties per jaar uitbrengen. Maar: als slow fashion de norm wordt, wat betekent dat dan voor fastfashionmerken zoals Primark, H&M en Zara? Hun collecties volgen elkaar in sneltempo op: soms 52 per jaar of zelfs meer. Ze kopen aan in bulk, en door die massaproductie blijven hun prijzen laag. Vertraging lijkt daarbij niet aan de orde, want dan zou het businessmodel van fast fashion als een kaartenhuisje in elkaar storten. Of niet?
Scenario 2: Shoppen, shoppen, shoppen zoals vanouds, maar waar dan?
Bij de heropening van de winkels stak één fastfashiongigant met kop en schouders uit boven de concurrenten: Primark. Nochtans is die keten net een van de vele merken die hun orders annuleerden door de coronapandemie. Ook de merken onder de vleugels van miljardairs laten het voorlopig afweten en betalen hun orders niet, of ze nu voldaan zijn of nog in productie. Zij krijgen bakken kritiek te slikken: niet enkel door ngo’s, maar ook – en dat is uitzonderlijk – door leveranciers.
Scenario 3: Neemt Europa kledingarbeiders in bescherming?
Europa voorziet noodhulp in productielanden, onder andere in Myanmar (5 miljoen euro) en Bangladesh (90 miljoen euro). Los van liefdadigheid bekijkt de EU steeds meer hoe het problemen in de textielketen structureel kan aanpakken. EU-Commissaris voor Justitie Didier Reynders heeft eind april beloofd werk te zullen maken van wetgeving die bedrijven verplicht om mensenrechten en milieunormen te beschermen. De toekomstige reglementering is gebaseerd op het principe van “gepaste zorgvuldigheid” of due diligence: bedrijven zijn aansprakelijk voor schendingen van mensenrechten of milieuvervuiling binnen de volledige keten. Als het voorstel ’tanden zou hebben’, zoals Wies Willems van Broederlijk Delen betwijfelt, zouden Europese bedrijven volgens professor Jan Orbie (directeur van het Centrum voor EU-studies aan de UGent) een pak voorzichtiger worden. Met alle (positieve, maar misschien ook negatieve) gevolgen van dien.
Scenario 4: Keert kledingproductie terug naar Europa?
Eerder lazen jullie op deze blog dat professor duurzame ontwikkeling Bernard Mazijn (UGent) hoopt dat de textielindustrie zou terugkeren naar Europa. Maar wat is de impact daarvan op miljoenen arbeiders die zo zonder werk zouden zitten? En, niet onbelangrijk, wie zou het werk bij ons opknappen?
Over die laatste vraag is het antwoord vaak ‘robots’. De automatisering van de textielsector is aan de gang en zal nu nog versnellen door deze crisis. Hoever die juist gaat, heb ik persoonlijk nooit eerder onderzocht. Wel blijf ik lezen dat een aantal aspecten van het bekende cut make trim-proces – de basis van confectie, het in elkaar naaien van textiel zonder verdere afwerking, verpakking, ontwerp of branding dat plaatsvindt in fabrieken in de armste productielanden – ‘enkel door mensenhanden’ kan gebeuren. Wie zou dat dan doen, als het hier in Europa gebeurt? Hier kom ik in een latere blog of publicatie nog op terug.
Hoe dan ook, las je eerder, moet “reshoring” volgens professor Mazijn hand in hand gaan met sociale zekerheid in de huidige productielanden.
Scenario 5: Arbeiders gaan weer werken en ze geraken besmet. Of ze blijven thuis en ze verhongeren.
En daar wringt het schoentje. Die sociale bescherming is er nog niet. Arbeiders die nu hun job verliezen, hebben geen vangnet. Zonder sociale zekerheid – en zonder spaargeld, door hun slechte verloning – zijn arbeiders de dupe in elk mogelijk scenario. Als de mode vertraagt, hebben ze minder werk. Als de mode verhuist, hebben ze al helemaal geen werk. Als we opnieuw fast fashion “binge-shoppen”, online of in de winkel, worden ze even slecht behandeld en betaald zoals voorheen. Zelfs mochten arbeiders erop vertrouwen dat de Europese Unie mensenrechtenschendingen in de keten krachtdadig aanpakt, zou er minder productie in Azië blijven. Over betere arbeidsvoorwaarden, in plaats van minder werkgelegenheid, wordt amper gesproken, tenzij als utopie.
Met alle (ditmaal louter negatieve) gevolgen van dien.
Lees de volledige analyse via MO* Magazine: https://www.mo.be/analyse/de-mode-dood-lang-leve-de-tragere-textielketen
Lees ook andere mogelijke best case scenario’s, mogelijke worst case scenario’s en eerder realistische scenario’s.
Vanavond spreek ik voor proMO*’s over mijn onderzoek in een webinarreeks, ‘Welkom in ons “kot”‘. Meer info hier: https://www.facebook.com/events/958167334624824
Deze blog maakt deel uit van een dossier over de impact van COVID-19 op de volledige textielketen. Lees ook mijn eerdere stukken voor MO*, Knack Weekend en One World.