Astronautenvoeding is lekkerder dan ooit tevoren. Maar wat kan het ons leren over onze eetgewoontes op aarde?
Worst, snoepgoed en confituur. Dat kreeg kosmonaut Yuri Gagarin mee tijdens de allereerste vlucht rond de aarde in 1961. Ruimte-eten zat in die tijd in tandpastatubes, pureekubusjes of werd meegenomen als diepgevroren poeder. Vandaag de dag ziet een ruimtelijk diner er helemaal anders uit. Maar is het ook lekker of smaakt het helemaal nergens naar? En wat kan astronautenvoeding ons precies leren over onze eetgewoontes op aarde? Maar is het ook lekker of smaakt het helemaal nergens naar? En wat kan astronautenvoeding ons precies leren over onze eetgewoontes op aarde?
(…)
“Het zijn gouden tijden voor astronautenvoedsel”, vindt astronaut Frank De Winne. “Er is veel keuze aan boord van het ISS. In de toekomst, bij langetermijnmissies, zal dat misschien anders zijn. Dan zullen we veel meer moeten gaan optimaliseren. Nu kun je nog bonusvoedsel toevoegen aan het menu ter ondersteuning van astronauten. Als je straks enkel groene koekjes krijgt op weg naar Mars, zal de ervaring iets minder zijn.”
(…)
Diversiteit in voeding, dat zijn astronauten gewoon van op aarde. “Hier zijn we verwend”, zegt professor Siegfried Vlaeminck, bio-ingenieur aan de UAntwerpen die ook meewerkt aan MELiSSA. “We gaan naar de winkel en kiezen waar we zin in hebben, zonder strikt te kijken naar calorieën en essentiële voedingsstoffen. Eigenlijk kunnen we veel leren van astronautenvoedsel.”
“Onze eigen landbouw is helemaal niet efficiënt. In Vlaanderen komt 86 procent van de stikstof en fosfor terecht in de atmosfeer of het oppervlaktewater. Zoveel inefficiëntie helpt enkel de opwarming van de aarde en het verlies van biodiversiteit in de hand.” En daar knelt het schoentje volgens Vlaeminck. “We zien ons milieu te veel als een oneindige buffer. In een ruimteschip hebben we die buffer niet: je kunt geen gassen uitstoten die toxisch zijn of de capsule gaan opwarmen of vervuilen. En dus moet je wel de hoogste efficiëntie nastreven.”
“Op aarde hebben we te veel het idee dat we ons kunnen permitteren dat we zo aan het vervuilen zijn”, besluit Vlaeminck. “Maar dat is niet zo: die rekening komt nog. Grondstoffen zijn eindig en het milieu kan niet blijven optreden als buffer. Het kantelpunt van die bufferwerking is bijna overschreden. We zouden dus beter nu al lessen trekken uit het astronautenvoedsel van de toekomst.”
Meer lezen? https://eostrace.be/artikelen/gouden-tijdperk-voor-superfood-in-space
© Eos Wetenschap (Eos Tracé)