Zeven Belgische modebedrijven reizen af naar Ghana om er oog in oog te staan met een gigantische kledingafvalberg. Na thuiskomst claimen ze gezamenlijk de sector te willen veranderen, maar dat blijkt geen sinecure.
De CEO’s en duurzaamheidsmanagers van zeven grote en kleinere Belgische moderetailers, waaronder JBC, e5 en Bel&Bo, zijn nog niet goed en wel geland in de Ghanese hoofdstad Accra of ze krijgen een rondleiding op de grootste tweedehandsmarkt van West-Afrika. In Kantamanto worden bergen en bergen kleren verhandeld, wel 15 miljoen afdankertjes komen er wekelijks bij. Ook Belgische: uit cijfers van de VN blijkt dat Ghana in 2019 oude kledij ter waarde van 2 miljoen dollar uit ons land haalt. In 2020 was Ghana zelfs de grootste opslagplaats van gebruikte kleding ter wereld: ondanks corona importeerde het dat jaar tweedehandsjes met een totaalwaarde van 182 miljoen dollar.
Voor tekst en uitleg bij de cijfers regelden Flanders DC, duurzaamheidsadviseur Saartje Boutsen en Ghana-kenner Sven Bullaert, de organisatoren van de reis, een ontmoeting met de internationale stichting The OR Foundation. Die verricht lokaal onderzoek door onder andere labels uit de tweedehandskledij te knippen en te turven welke merken ze daarbij tegenkomen. Zo spotte de ngo enkele merken van de Belgische delegatie tussen alle afdankertjes. Welke wil Simon Gryspeert van Flanders DC niet kwijt, maar hij herinnert zich dat moment als “erg confronterend”.
Bij het verlaten van de markt wordt het “pas echt aangrijpend”, weet Charlotte Delfosse van Bel&Bo nog. “Je denkt dat je op een gewone aardeweg naast een rivier staat, maar de oever is gevormd door lagen en lagen kledij, wel tien tot twintig meter op elkaar. Ik heb al vaker armoede gezien, maar nog nooit een gemeenschap die op een berg textiel woont. En dat in combinatie met de hitte en de geur … Al je zintuigen staan op scherp.”
Via de waterlopen belandt een deel van de tweedehandskledij in de zee en komen de stranden, vooral in het regenseizoen, vol met afgedankt textiel te liggen. Vier op de tien kledingstukken raken niet verkocht op Kantamanto en komen op die manier in de natuur terecht. Oud nieuws is dat: de CEO’s die beslisten deel te nemen aan de studiereis, lazen er eerder over. “Maar het is een groot verschil om het met je eigen ogen te zien”, zegt Ann Claes van JBC.
Weg van de markt en de stranden sloten de CEO en zijn collega’s zich drie dagen op in een conferentiecentrum. Het hielp, getuigt Ann Claes, om een andere context op te zoeken om dat gesprek aan te gaan. “Thuis is alles hectisch, zit je in de waarheid van het moment. Op reis ben je niet met de dagdagelijkse sleur bezig, we konden langer in dat gevoel blijven zitten.”
Het doel van de conferentie was om tot een gezamenlijk engagement te komen om de sector te verbeteren. Dat kwam er in de vorm van een tekst, die ze doopten tot het Charter voor Verantwoord Ketenbeheer in de Belgische Mode. In dat document beloven de merken hun eigen toeleveringsketen kritisch te benaderen. De kledingmerken engageren zich onder meer om enkel kwaliteit op de markt te brengen en zich te houden aan ecodesignprincipes: kleding ontwerpen die makkelijk te herstellen en te recycleren valt.
Dan nog kan Claes niet uitsluiten dat er geen JBC op de markt te vinden is, zegt ze. “Zeker over wat klanten in een kledingcontainer gooien, heb ik geen controle.” De meeste deelnemers zamelen daarom zelf oude kledij in.
Blijft maar de vraag of ook die kleren in Ghana kunnen terechtkomen. Na de schok van de reis staan de bedrijven in nauwer contact met de liefdadigheidsinstellingen waar ze mee samenwerken voor de textielophaling. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek schat dat slechts vijf tot tien procent van de in België gesorteerde tweedehandskledij lokaal een tweede leven krijgt. “We willen betere garanties”, klinkt het na de reis.
Lees het volledige artikel voor Trends: https://trends.knack.be/nieuws/duurzaamheid/reis-naar-ghana-inspireert-7-belgische-kledingmerken-tot-meer-duurzaamheid-dit-had-ik-nog-nooit-gezien/