Bijna 170 miljoen jongeren zijn wereldwijd het slachtoffer van kinderarbeid. In de leerindustrie van Bangladesh worden kinderen gedwongen om in barslechte omstandigheden ronduit gevaarlijk werk te verrichten, blijkt uit nieuw onderzoek.
Zeven jaar. Zo oud zijn sommige kinderen die gedwongen worden om met gevaarlijke chemicaliën om te gaan in de leerindustrie van Bangladesh. Ze werken met zware machines, moeten zware lasten tillen en brengen hun gezondheid – en soms hun leven – in gevaar. Dat blijkt uit een nieuwe studie.
Globaal gezien waren zo’n 160 miljoen jongeren wereldwijd het slachtoffer van kinderarbeid aan het begin van 2020. Door de coronacrisis liepen nog 9 miljoen meer kinderen dat risico, klinkt het bij Unicef. Volgens diezelfde organisatie is het werk dat ongeveer de helft van die kinderen doet, gevaarlijk voor hun gezondheid of voor hun ontwikkeling.
Deze nieuwe studie, door de Britse denktank Institute of Development Studies (IDS), komt geen moment te vroeg. 2021 werd namelijk wereldwijd aanzien als ‘Het jaar waarin de wereld kinderarbeid wil uitroeien’.
De betrokken onderzoekers ontdekten dat kinderen tussen de zeven en zeventien jaar zo’n twaalf tot veertien uur per dag werkten in de leerindustrie. Dat deden ze zes dagen per week, in elk onderdeel van de toeleveringsketen van de sector: van de slachthuizen waar de dieren geveld worden tot de ateliers waar hun huiden geverfd worden. Ook bij de afvalverwerking en de verwerking van dierenhuiden tot restproducten zoals lijm worden kinderen ingezet.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij SciDev. Ik vertaalde het in opdracht van IPS. Lees het volledige stuk via: https://www.ipsnews.be/artikel/kinderarbeid-blijkt-schering-en-inslag-leerindustrie-bangladesh