In El Salvador pikken ruim honderd ontslagen vrouwen het niet: ze bezetten ‘hun’ kledingfabriek en gebruiken de plek voor feministische workshops en juridisch advies. Hun eis: honderdduizenden euro’s loon moeten betaald worden.
Slapen doen ze op matten in de gangen van de fabriek. Meubels zijn er niet, enkel plastic stoelen. Om te koken gebruiken ze kampvuren op de stoep. Enkel om zich te wassen en om wat geld bij te verdienen gaan de kledingarbeiders van Industrias Florenzi nog naar huis.
Nery Ramírez is een van hen. Ze is veertig en werkt al zeven jaar lang in dezelfde fabriek in Soyapango, een industriële voorstad van hoofdstad San Salvador. Nu is ze de leidster van een opstand. Samen met 112 medestanders heeft ze de fabriek ingenomen waar ze al zo lang werkt. De arbeiders, stuk voor stuk vrouwen, bezetten de fabrieksvloer intussen ruim zes maanden, sinds 8 juli 2020.
Er staat veel op het spel. 500.000 dollar om exact te zijn. Omgerekend komt dat neer op zo’n 412.000 euro. Zoveel bedraagt het loon dat ze de afgelopen vier maanden niet gezien hebben.
Ik sprak met Nery Ramírez voor OneWorld. Lees het artikel hier: https://www.oneworld.nl/lezen/discriminatie/sociaal-onrecht/deze-kledingarbeiders-bezetten-hun-fabriek-betaal-ons/
Foto bovenaan: mijn allereerste artikel voor OneWorld ging over de maquilas, zoals de fabrieken in Centraal-Amerika genoemd worden, in Honduras. Lees het hier: https://www.oneworld.nl/lezen/achtergrond/sterke-vakbonden-enige-hoop-voor-centraal-amerikaanse-textielarbeiders/