Gentse zussen Hendrikje en Marion Meyvis geloven niet in klassieke ontwikkelingssamenwerking. Zomaar geld geven aan een goed doel is niks voor hen, zij willen iets betekenen. Daarom recycleren ze onze kledingoverschotten tot Marokkaanse “levenstapijten”. Visie reisde hun project, Carpet of Life, achterna tot in de Sahara en sprak met de tapijtenweefsters.
Op tien uur rijden van metropool Marrakech begint de Marokkaanse Sahara. Het is er dor, kurkdroog, gloeiend heet. Geen ideaal klimaat, al zeker niet voor de werkgelegenheid. Veel mannen trekken weg uit de streek, naar de steden, op zoek naar werk. De vrouwen blijven achter.
‘Ik ben de enige die werkt in mijn gezin’, getuigt Zarha Bounjab (35) als we haar ontmoeten in oasedorp Zawia. ‘We zijn met zeven thuis. Mijn vader is gestorven, mijn broer werkt niet. Ik zorg voor hem, mijn zussen en mijn mama.’
Traditie
Zarha is een van de projectleidsters van Carpet of Life. Die sociale onderneming verzamelt textieloverschotten van klanten in België en transporteert die naar de Sahara. Daar weven vrouwen zoals Zarha tapijten van, volgens hun eigen traditie. Die tapijten, op maat van wie de kledij doneert, worden weer naar België verstuurd en verkocht. Met de prijs van zo’n tapijt worden de weefsters een eerlijk loon uitbetaald.
We ontmoeten zeven weefsters en vier projectleidsters in het huis van Zohra Bahini (50) uit Zawia. Zij ontvangen ons met thee en veel koekjes. ‘Neem nog eentje’, klinkt het in het Arabisch. Wie zijn wij om daar nee op te zeggen.
Weggestoken
Weefster Zohra legt ons intussen uit waar de tapijten voor dienen. ‘We leggen de tapijten op de grond, om op te slapen, of gebruiken ze als dekens’, zegt ze.
In het huis van Zohra zien we op het eerste zicht inderdaad geen tapijten van oude kledij liggen. ‘Zeker vroeger staken de vrouwen de tapijten het liefst weg’, zegt Hendrikje. ‘Ze wilden niet tonen dat hun oude textiel ervoor gebruikt werd.’
Hendrikje en Marion zien de waarde van zo’n tapijt wél in. ‘Hier in België hebben we zoveel textiel over. Dat kunnen we recycleren. Denk aan de kleren die we zelf niet meer dragen, maar wel graag aangedaan hebben. Of kleren van iemand die overleden is, wat heel veel betekent voor wie achterblijft. Als daar tapijten van geweven worden, vertellen die tapijten een heel verhaal, een heel leven.’
‘We zijn blij dat we met de textieloverschotten uit België aan de slag kunnen’, zegt projectleidster Meryem Radouani (29). ‘Anders was onze traditie misschien al uitgestorven. Zo veel kleren op overschot hebben we niet. Als hier iemand sterft, geven we de kleren weg aan andere mensen in de dorpen.’
Hoeveel is fair?
Sinds het ontstaan van de onderneming, in 2012, heeft Carpet of Life 38.500 euro rechtstreeks aan de weefsters en projectleidsters uitbetaald.
‘We gebruiken ons loon om onze familie te ondersteunen’, zegt projectleidster Nahza El Khalil (26). Haar zus Zeyneb El Khalil (33) vult aan: ‘Als mijn dochtertje ziek is, kan ik naar de dokter.’
‘Overleven blijft moeilijk, met één inkomen voor zeven gezinsleden’, getuigt Zarha. Wanneer ze dat zegt, wordt het even stil in Zohra’s huis.
‘Als projectleidster heeft Zarha, net als Meryem, Nahza en Zeyneb, een vast maandloon’, zeggen Hendrikje en Marion achteraf. ‘Ook in de maanden waarin er geen productie is: dan geven ze taallessen aan de weefsters. Die worden op hun beurt uitbetaald per tapijt. Hun prijs is het dubbele van wat een opkoper in de grote steden zou verdienen met het doorverkopen van hun tapijten.’
‘Zouden die lonen hoger kunnen liggen, zodat Zarha haar hele gezin met gemak zou kunnen ondersteunen? Sommigen zullen vast opperen van wel. Maar in deze gemeenschap zou dat erg gevoelig liggen. Daarin willen we voorzichtig zijn. Mochten de vrouwen hier meer dan het dubbele verdienen dan de mannen, zou dat ontwrichtend werken. Dan zou ons project meer kwaad dan goed aanrichten.’
Marokkaanse salade
De thee is op, de koekjes nog lang niet maar wij zijn verzadigd. Tijd om huiswaarts te keren.
Daags nadien keren we terug naar Zawia. Twee weefsters zijn er druk in de weer. ‘Het design dat we weven, is vaak verschillend’, zegt Zohra. ‘Soms maken we er een Marokkaanse salade van, met allerlei motiefjes en kleuren. Op andere momenten vertellen we een verhaal met de tapijten. Dan beelden we een tentenkamp af, of de ondergaande zon.’
‘De weefsters zijn echte artiesten: ze kunnen zich uitdrukken bij het ontwerp van zo’n tapijt’, zegt Marion. ‘Onze klanten kiezen soms op voorhand een design, maar af en toe laten ze de inspiratie van de vrouwen de vrije loop.’
‘Zwina’, zeggen wij. Dat woord is ongeveer het enige Arabisch dat we onthouden hebben van de Marokkoreis. Mooi, betekent het.
Weg van de klassieke ontwikkelingshulp
Apetrots zijn Hendrikje en Marion na de bezoeken. ‘We zijn blij dat we hier iets kunnen betekenen, een steentje kunnen verleggen’, zegt Hendrikje.
‘We hebben allebei een andere job, maar wisten al lang dat we daarnaast samen wilden ondernemen. Tijdens onze studies, cultuurwetenschappen en politieke wetenschappen, leerden we over de klassieke ontwikkelingshulp. We weten heel goed wat dat inhoudt en kiezen bewust voor een andere manier van samenwerken. Door handel te drijven, met een product dat niet door ons opgelegd wordt maar recht uit hun traditie komt, kunnen we meer het verschil maken.’
‘Ons project biedt rechtstreeks werkgelegenheid voor de vrouwen’, zegt Marion. ‘Maar we zien het nog breder dan dat. Ook hier in België willen we meer de nadruk leggen op recyclage. Hebben we echt elk kledingstuk in onze kast nodig? We hopen om met onze tapijten een andere manier van consumeren te inspireren.’
Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.
Artikel Visie_Carpet of Life is geen klassieke ontwikkelingssamenwerking
© Visie
Foto’s © Sarah Van Looy