Textielproducent Bruno Van Steenberghe van Kalani-Home is CSR-Professional van het jaar. Voor zijn ethisch beddengoed en ander huislinnen vertrouwt hij op 100 procent biologisch katoen. ‘Ik ben een zakenman én een activist.’
Chief Dream Officer. Zo noemt Bruno Van Steenberghe, CEO van textielproducent Kalani-Home en pas uitgeroepen tot CSR-professional van het jaar, zichzelf graag. “Omdat ik de term CEO een beetje arrogant vind voor een klein bedrijf zoals het onze”, vertelt hij honderduit in zijn kantoor in Genval, net over de Waalse grens. Ik bevind me er tussen de lakens, kussenslopen, handdoeken en loungewear, de producten die Kalani-Home aanbiedt. “We zijn gestart met beddengoed. Gemiddeld brengen we dertig procent van ons leven in bed door en toch hebben weinig consumenten oog voor kwaliteit van onze lakens. Het doel van Kalani is om beter te slapen, beter te dromen. Vandaar, Dream Officer. Wij dromen graag nog wat verder, van een betere wereld.”
Van Steenberghe is pas in de bloemetjes gezet omwille van zijn engagement voor die betere wereld. Eind februari werd hij gekroond tot CSR-professional van het jaar langs Franstalige kant. In 1999 zette Van Steenberghe zijn eerste stappen in de sector, als aankoper voor een Waals textielbedrijf, The Cotton Group. Zes jaar geleden heeft hij Kalani-Home opgericht, na ruim een decennium onderzoek over wat een duurzame textielketen betekent.
Zorgplicht
De activist in Van Steenberghe gelooft rotsvast in het idee om zorgplicht in te voeren in ons land, wetgeving omtrent aansprakelijkheid in toeleveringsketens. Dat maakte hij, samen met zestig andere ondernemingen en organisaties, vorig jaar duidelijk in een open brief.
“Het was het Belgisch Ontwikkelingsagentschap, Enabel, die gezien had dat het Nederlandse chocolademerk Tony’s Chocolonely als bedrijf al zo’n brief opgesteld had”, vertelt hij. “Doen we dat hier ook? Ik sprong direct mee op de kar. Want als 25 ngo’s strengere wetgeving vragen, dan denken Belgische politici dat ondernemers daar niet achter staan, dat ze daar de middelen niet toe hebben, dat ze dan competitiviteit zouden verliezen. Door als onderneming mee aan die kar te trekken, tonen we dat we het willen.
In Vlaanderen was vooral JBC een luide stem voor zorgplicht. “Ik heb hun CSR-manager Valérie Geluykens mee aan boord getrokken. Tot dat moment waren er enkel Waalse bedrijven betrokken. Daarna ging alles in een stroomversnelling, we gaven onze brief af aan socialistische ministers Meryame Kitir en Pierre-Yves Dermagne en de PS heeft zelfs een concreet wetsvoorstel ingediend in de Kamer.”
De bedoeling was ook MR, met Sophie Wilmès als minister van Buitenlandse Zaken op kop, te betrekken. “Maar zij hield de boot af, omdat ze eerst de Europese wetgeving wou afwachten.” Dat wetsvoorstel van Didier Reynders, Eurocommissaris voor Justitie, kwam er uiteindelijk eind februari. “Na veel lobbywerk was het voorstel afgezwakt”, luidt de analyse van Van Steenberghe. Een gemiste kans, vindt hij het. “Jammer genoeg zijn enkel de grote bedrijven gebonden door die verplichte aansprakelijkheid. Terwijl we ook de KMO’s mee moeten hebben.”
“Het is makkelijker,” vindt de ondernemer, “om een nieuw, ethisch bedrijf uit de grond te stampen, met respect voor milieu en mensenrechten, dan om een bedrijf dat al twintig jaar bestaat te hervormen. Dat moet ik ook wel erkennen. Dus ik snap dat sommige bedrijven schrik zouden hebben van de impact van dit soort wetgeving. Aan de andere kant, we leven niet meer in de tijd van onze grootouders. Om als bedrijf te overleven, moeten we vooruitkijken en respect tonen voor mens en milieu. Dat is kwestie van gezond verstand.”
Lees het volledige artikel in Trends: https://trends.knack.be/economie/bedrijven/kalani-home-maakt-duurzaam-huislinnen-voor-ons-bio-katoen-betalen-wij-46-procent-meer/article-longread-1854809.html