Ding dong! Daar belt de kledingbib

Via een online kledingbibliotheek huur ik sinds kort kleding, wat een pak duurzamer is dan kleding kopen en ze dan amper aandoen. Hoewel het idee me zeker charmeert, merk ik meteen waarom ik nooit fan geweest ben van Zalando en co.

Deze kerst pak ik het anders aan. Kleerkasten puilen uit, het ene na het andere rapport verschijnt over de schade die fast fashion – denk aan grote ketens zoals Zara en H&M – aanricht en ik neem me voor om duurzaam door het leven te gaan. Kan tellen als nieuwjaarswens. Wil ik een nieuwe outfit voor kerstavond of oudejaar, dan ga ik die niet zomaar aanschaffen. Waarom een kledingstuk bezitten als je het eigenlijk toch maar één keer wil aandoen? Zie daar, de filosofie van kleding huren.

In het buitenland is het concept al een tijdje ingeburgerd – in de VS kan je ontwerpen van modegiganten een weekje de jouwe maken via Rent The Runway – maar bij ons kwam het tot nu toe niet erg van de grond. Pioniers als Les Rebelles D’Anvers en (speciaal voor de allerkleinsten) Tale Me en Happy Kiddo deden inmiddels de boeken toe. Rest nog het Brusselse Jukebox en het Antwerpse Dressr. Ik test die laatste na een gesprek met onderneemster Caroline Baeten. Hoewel Baeten op en top Antwerps is (en ik in Gent woon), is haar verhuurplatform dat in principe niet: vanuit elke uithoek van België kan je kleding huren via het portaal. Handig, zo’n online garderobe. Of niet?

Exclusief

First things first, want zo gaat dat online: registreren. Een kledingabonnement kost tussen de 39 en 79 euro per maand, afhankelijk van welke formule je kiest. Bij je eerste maand, een ‘testmaand’, gaat er tien euro van die prijs.

De formule die ik kies, laat me toe om maximaal drie items in een keer te huren. Maar ik kan er ook voor kiezen om één “exclusiever” (lees: duurder) item in te slaan. En dat woordje exclusief, dat spreekt wel aan natuurlijk. Zo kom ik aan een winkelmandje – precies in een echte webshop beland – van twee items, een playsuit en een “exclusief” jumpsuit.

Ding dong, enkele dagen later is mijn nieuwe garderobe aangekomen. Voor minstens 25 dagen zijn ze de mijne en als ik er helemaal wild van ben, kan ik ze langer blijven huren of zelfs aankopen aan een voordelige prijs – al lijkt dat laatste, gezien mijn expliciete keuze voor lenen in plaats van bezitten, hier niet aan de orde.

Groot genoeg

Alvast deze geruststelling: de items zijn groot genoeg! Daar zat ik namelijk mee in op voorhand. Als ik moet iemand zeggen (of aanklikken) wat mijn maat is, ga ik spontaan voor “M”, terwijl ik eigenlijk zou moeten weten – maar blijf ontkennen – dat het lichaam van deze prille dertiger stilaan naar “L” neigt.

“Groot genoeg” wil evenwel niet zeggen dat kleding als gegoten zit. Zeker het playsuit vind ik best vreemd qua pasvorm. De decolleté is een stuk dieper dan ik dacht, dat ook. Mijn lief lijkt het niet erg te vinden, maar buitenkomen plan ik niet te doen in dit stuk. Ook de “exclusieve” jumpsuit zit niet helemaal goed, wat ik enkel op mijn lichaamsbouw kan steken: perfect aan de poep, maar toch wat te groot aan de schouders. Nu, liever dat dan omgekeerd. Op Instagram kreeg ik alvast veel complimenten, dus zo slecht zal het toch ook niet zitten. (Bij dezen, “echte” influencers, een tip: huur je kleding waar je zo graag mee pronkt op sociale media in plaats van ze te kopen. Of te krijgen.)

Waar ik te weinig bij stilstond, is de stof van het jumpsuit. 100% denim, gemaakt uit stofoverschotten, lees ik nadien op de website. Ook daaruit was ik niet wijzer geworden, behalve dat het dubbel duurzaam is en mijn karmapunten nog meer de hoogte in kunnen. Het gaat echter niet om vederlichte jeansstof, maar dikke, donkere denim. Meer een winteroutfit dan iets anders. Had ik trouwens al vermeld dat ik mijn testmaand in de zomer gedaan heb?

Caroline had me gezegd dat je binnen de vijf dagen kleding kunt inruilen als de maat niet goed zit, maar eerlijk, dat ben ik rats vergeten doen. Dus zit ik 25 dagen met twee outfits waar ik eigenlijk niet mee naar buiten kan. Of toch?

De Belgische zomer is natuurlijk wat ze is. Herinner je je die druiligere augustusmaand nog? Tussen de regenbuien door beslis ik om alsnog het jumpsuit te dragen tijdens die ene dag waarop ik op kantoor verwacht word. Van aan de receptie tot achter mijn bureau kreeg ik het ene compliment na het andere. (Oké, toegegeven, het waren er drie in totaal. Vond ik ook al mooi.) Als repliek stak ik automatisch van wal over Dressr. Zo won ik meer zieltjes voor een platform waar ik qua concept wel achtersta, maar waarvan ik niet 100 procent weet of het wel degelijk iets voor mij is.

Het verdict

Mijn verdict hangt samen met het feit dat ik gewoonweg geen online shopper ben. Nog voor het begrip duurzaamheid zo populair was, was ik al geen fan van Zalando en co: hoezo, je huis als paskamer gebruiken? Dan laat ik mij liever met raad en daad – en twee maten om uit te proberen, jullie weten intussen welke dat zijn – in een modeboetiek bijstaan.

Daar ligt wat mij betreft ook de zwakte van een online kledingbibliotheek. Pakketjes passen in de woonkamer terwijl je lichaamsbouw niet de meest evidente paspop is, is niet aan mij besteed. Kleding huren als je zeker bent dat je er werkelijk mee staat, lijkt me een betere tussenweg. Daarvoor moet de eerste kledingbib in mijn eigen stad nog neerstrijken, vrees ik, want een omweg maken naar pakweg Brussel of Amsterdam lijkt me iets te veel gevraagd.

Mijn abonnement bij Dressr zet ik even op pauze. Ik neem me voor om datzelfde jumpsuit wel nog eens te lenen, bij een gelegenheid, voor kerst en nieuw bijvoorbeeld. Tenminste, als het nog in stock is tegen dan, want doordat je je kleding langer kunt houden dan die 25 dagen, ben je nooit zeker of je een kledingstuk op het juiste moment vastkrijgt. Ook dat is duurzaamheid: als iets echt helemaal je ding is, kan je het zo lang huren zoals je wil en vermijd je zo pakketjes over en weer. Ga ik in theorie wel mee akkoord, denk ik, maar in de praktijk is het stiekem toch wat jammer. Nu ik aan het einde van dit artikel gekomen ben, weet ik weer waarom ik de naam van het merk van “mijn” jumpsuit nog niet genoemd heb. ’t Is van mij voor kerst en daarna laat ik weten welke het was en mogen jullie het lenen, deal? Zalig kerstfeest alvast, en laat het smaken!

De realiteit …

Intussen is kerst gepasseerd en had ik inderdaad items aan van Dressr op die mooie kerstavond: elegante botjes van Elegnano en een asymmetrisch paar oorbellen van Laure De Mees. Alleen, helaas, vierden mijn vriend en ik kerst dit jaar in mineur wegens, oh jawel, een coronabesmetting. Mijn botjes heb ik dus amper gedragen, tenzij op een evenement van Syntra, waar ik in februari alles over vertel. Weet ik ineens weer waarom ik deze stuks gehuurd en niet gekocht heb!

Deze column verscheen in het decembernummer van Markant Magazine in de rubriek “Uitgetest”. Lees het volledige magazine hier: https://markantvzw.be/download_markantmagazine

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *