Een Adidastruitje op de kop getikt? De kans bestaat dat Habeza* (30) een van de naden gestikt heeft. De sportkledingarbeidster verdient per maand nauwelijks genoeg om zelf zo’n shirt te kopen. ‘Dat is toch oneerlijk?’
Habeza: ‘Ik werk al in de kledingindustrie sinds mijn twaalfde. Mijn moeder verhuisde met mij en mijn drie zussen naar de stad nadat vader stierf. Ik was vijf. Mijn moeder is intussen 60. Ze werkte in de bouw. Maar ze verdiende niet genoeg om voor ons allemaal te zorgen. Dus schakelde ze mij in. Ik heb al in verschillende fabrieken gewerkt. Intussen werk ik al tien jaar bij Dada Limited, de fabriek waar Adidas laat produceren in Bangladesh.’
Bidden
‘Elke dag sta ik om half 6 ’s ochtends op. Normaal werk ik van 8 tot 20 uur. Na 17 uur tellen mijn uren als overuren. Die worden extra betaald. Dat is nodig. Inclusief overuren krijg ik 11.000 taka, oftewel 110 euro per maand. Zonder zou het heel wat minder zijn.’
‘Ik heb dat geld nodig. Mijn huur alleen al bedraagt maar liefst 60 euro per maand. Als ik mijn loon optel bij dat van mijn man, kunnen we maximaal 10 euro per maand sparen. Dat is te weinig.’
‘Ik heb twee kinderen, een zoon van 6 en een dochter van 4. Op dit moment gaan ze allebei naar school. Maar ik heb meer geld nodig om hen verder te onderwijzen. Zullen ze hun school kunnen afmaken? Als ze groter worden, zullen de uitgaven hoger liggen. Ik weet niet of ik dat zal kunnen betalen. Ik hoop het. Elke dag bid ik dat mijn kinderen een goede opleiding zouden kunnen volgen, zodat ze niet zo hard zouden moeten werken zoals ik. Mijn wens is dat zij een beter leven zouden kunnen hebben.’
Geslagen
‘Aan het begin van mijn carrière bij Dada werkte ik als coupeuse. Dat wil zeggen dat ik vooral hielp met de stoffen te verknippen. Ik heb die job twee jaar gedaan voor ik gepromoveerd werd tot stikster. Vanaf dat moment mocht ik zelf de naaimachines bedienen.’
‘De job als naaister is veel beter dan die van stoffenknipster. Stoffen versnijden is zwaar, soms lukt het niet om het tempo aan te houden. Meermaals werd ik geslagen als dat gebeurde. Of begonnen collega’s, die al gepromoveerd waren tot stikster, tegen me te roepen. Zeker als er per ongeluk een scheur in de stof zou zitten. Dan werd iedereen razend op mij. Ik voelde me vreselijk, altijd was ik bang om fouten te maken.’
‘Gelukkig is dat intussen verleden tijd. Ik ben op zich wel tevreden met mijn job als naaister. Mijn fabriek is bovendien beter uitgerust op vlak van veiligheid dan vijf jaar geleden. Maar of het echt veilig is? In Dhaka is er vaak veel wind. Soms komen hier cyclonen voor. Of aardbevingen. Daar heb ik schrik van. Onze fabrieken zijn niet opgewassen tegen een felle windstoot of aardbeving.’
Dure voetbalshirts
‘Ik kan niet geloven dat een Adidas supporterstruitje 85 euro kost. Is dat echt waar? Ik had 15 euro geschat, hoogstens 20. 85 euro is bijna mijn maandloon. Het is te duur. En waarom? Onze lonen liggen zo laag. Maar we kunnen er niks op zeggen.’
‘De fabriekseigenaars geven ons wat ze willen geven, meer niet. Klagen zit er niet in, protesteren al zeker niet. Verandering ook niet, dus. Ik durf er niets aan te veranderen. Van conflictsituaties houd ik niet. Als ik een probleem aankaart tijdens mijn werk, kan dat nare gevolgen hebben. Dat risico wil ik niet lopen.’
(*) Habeza is een pseudoniem, uit veiligheidsoverwegingen.
© Wereldsolidariteit
https://www.cleanekleren.be/portretten/veilige-fabrieken-een-aardbeving-en-we-gaan-er-allemaal-aan