Drie jaar nadat in Bangladesh het fabriekscomplex Rana Plaza als een kaartenhuisje in elkaar zakte, is de textielsector veel veranderd – ten goede. Aan de initiatieven die de textielarbeiders beschermen, dient echter nog steeds gesleuteld te worden. Aan echt waardig werk in de textielsector is nog werk aan de winkel!
1138 doden onder het puin van Rana Plaza. Dat is de keerzijde van een lucratieve medaille van een textielsector met een gebrekkige sociale bescherming in lageloonlanden zoals Bangladesh. Samen met middenveldorganisaties greep de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) dit momentum aan om duidelijk te maken dat de sector in slechte papieren zit. Arbeiders kennen er hun rechten niet wat tot misbruik leidt. Zo worden ze gedwongen om onder kortetermijncontracten te werken. De lonen liggen laag en wie steun zoekt bij een vakbond verliest vrijwel zeker zijn job.
Arbeiders pikken dat omdat ze liever weinig verdienen dan helemaal niets. Dat laatste is het lot dat de slachtoffers en nabestaanden van de ramp moeten ondergaan, nu hun geliefde er niet meer is of niet meer kan werken. Om die reden werd het Rana Plaza Compensatiefonds in het leven geroepen, met steun van ILO dat optreedt als voorzitter. Kledingmerken werden aangespoord om te doneren. Na meer dan twee jaar wachten, werd in juni 2015 de kaap van 30 miljoen dollar bereikt. Hoewel het minimum zeer traag opgehaald werd, voorspelt het proces veel goeds. Om de kaap te bereiken, moesten immers heel diverse spelers samenwerken en zich op één lijn scharen.
Meer lezen over het Compensatiefonds, dat slachtoffers vergoed, of over het Bangladesh Akkoord, dat hun veiligheid (zou moeten) garandeert (garanderen)?
http://www.glo-be.be/nl/flipbook/globe-01-2016-nl/
© Glo.be/FOD Buitenlandse Zaken (coverartikel)
Een gedachte over “Waardig werk aan de winkel”