Eind deze week, op 24 april, zal het exact twee jaar geleden zijn dat in Bangladesh Rana Plaza instortte, een fabriekscomplex dat symbool staat voor miljoenen uitgebuite textielarbeiders. De maatregelen die sindsdien van kracht zijn, leggen de nadruk op veiligheid en schuiven veel schuld in de schoenen van de Bengalese overheid. ‘Er zijn twee kanten aan dit verhaal,’ vindt antropoloog Hasan Ashraf, ‘en één ervan wordt schromelijk onderbelicht.’
Hasan Ashraf werkt momenteel als onderzoeker voor het AISSR, het Instituut voor Onderzoek in de Sociale Wetenschap in Amsterdam. Voor zijn doctoraatsthesis bestudeert hij er de textielsector van zijn thuisland Bangladesh, een project waar hij in 2010 aan de Heidelberg Universiteit mee startte.
‘Mijn onderzoek gaat over de stress die de industrie genereert’, zegt Ashraf. Als antropoloog wou hij zich volledig inleven in de situatie en dus ging hij zelf aan de slag in een textielfabriek. ‘In totaal heb ik vijftien maanden onderzoek verricht, over vier jaar verspreid, zowel op de werkvloer als in de zogenaamde “arbeidskolonies” waar textielarbeiders verblijven. Daar sprak ik met 320 werknemers.’
Meer lezen over wat die 320 textielarbeiders de Bengalese antropoloog Hasan Ashraf bijgeleerd hebben en hoe Human Rights Watch, de Schone Klerencampagne, Gent Fair Trade en (jawel) H&M over zijn standpunten denken?
http://www.mo.be/interview/verandering-bangladesh-na-rana-plaza
© MO* Magazine – Dossier Eerlijke Kleren