Vijf jaar na Rana Plaza: “Soms wil ik mijn eigen been afzetten”

Soms word je staalhard geconfronteerd met de vraag (en het antwoord) waarom je doet wat je doet.

Niet voor gevoelige zieltjes:

“Soms wil ik mijn eigen been afzetten, zoveel pijn doet het nog steeds.”
“Mijn man heeft me verlaten omdat ik te veel pijn leed.”
“De dokters zeiden dat mijn arm geamputeerd moest worden. Mijn moeder reageerde dat ze mij dan beter zouden doden.”
“Ik ben niet genoeg gecompenseerd om mijn medische kosten te kunnen betalen en mijn dochter naar school te kunnen sturen. Stel je voor dat ze later ook in de textielsector terechtkomt. Dat wil ik absoluut niet.”
“Ik werd wakker in het ziekenhuis, zonder linkerarm. Mijn moeder en dokters hadden mij niet gezegd dat ze zouden amputeren. Ik huilde en wou vertellen dat ik pijn had, maar ik mocht mijn mondmasker niet afdoen. Toen ik dat toch deed, hebben ze me aan mijn armen en benen vastgebonden om zeker te zijn dat ik het niet opnieuw zou doen. Ik heb lang gedacht dat ik nooit nog het ziekenhuis zou mogen verlaten.”
“Ik zie geen toekomst meer. Ik heb al zelfmoord overwogen, maar ik durf het niet.”

 

IMG_8766

Het zijn de woorden van drie textielarbeidsters die zwaargewond raakten toen het fabriekscomplex Rana Plaza instortte op 24 april 2013. Zes citaten van zwaar getraumatiseerde vrouwen, van 35, 29 en 18. Die destijds dus 30, 24 en amper 13 jaar oud waren. Die in het puin maar liefst 9,5 uur, 3 dagen en 4 dagen lang wisten te overleven.

“Mijn linkerhand en rechterbeen zaten vast. Als ze mij zouden loswrikken, zou heel de verdieping instorten en zouden alle andere vrouwen sterven.”

Bijna vijf jaar na datum ga ik met deze moedige vrouwen in gesprek. Omdat hun stem moet blijven gehoord worden.

En ik weet meteen waarom ik mij zo inzet voor deze sector en dat ook zal blijven doen. Dat heb ik hen beloofd.

IMG_8758

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *